e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoepen schuine plankjes: sxø̜̄n plãŋskǝs (Tessenderlo) Plankjes van 12 √† 15 mm dikte die in de slagluiken zijn bevestigd. Zij zorgen ervoor dat men in gesloten stand van de blinden de kamer nog kan luchten. De schoepen zijn zo geplaatst dat inregenen wordt voorkomen en het naar binnen kijken wordt belet. [N 55, 68] II-9
schoffel schoffel: sxufǝl (Tessenderlo  [(recent)]  ) Gereedschap om onkruid af te snijden en om de grond los te maken. Het bestaat uit een soort mes dat met behulp van een lange steel door de grond geschoven wordt. [N 18, 18a en 48; JG 1a, 1b; A 47, 11a; monogr.; add. uit N 15, 6; N 18, 4 en 50; GV, K7] I-5
schoffelmachine binette: bǝnęt (Tessenderlo) Eenvoudig duwgereedschap dat eruit ziet als een kruiwagen en bestaat uit een (of meer) schoffelijzer(s) aan een wiel, waaraan twee duwburries zitten en waarmee tussen rijen planten wordt gewied. [N 18, 47; N J, 8a; monogr.; add. uit N 18, 51] I-5
schoft schoft: sxǫft (Tessenderlo) Het benige uitsteeksel dat de hals van de rug scheidt, het hoogste punt van de ruggegraat. Zie afbeelding 2.17. [JG 1a, 1b; N 8, 14, 32.1 en 32.2] I-9
schoftzadel zadel: zāl (Tessenderlo) Het zadel dat een tussen berries ingespannen paard op de schoft draagt. [JG 1a, 1b; N 13, 64a; monogr.] I-10
schokschouderen de schouders optrekken: də scheͅiəvərs uptre⁄ə (Tessenderlo), schēͅjəvərs optreͅ⁄ə (Tessenderlo) schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)] III-1-2
schol schol: schôl (Tessenderlo) schol [Willems (1885)] III-2-3
schommel schommel: schoemel (Tessenderlo), suur: een suur (Tessenderlo), sūūr (Tessenderlo), ən suur (Tessenderlo), ən sy(3)̄r (Tessenderlo), /  suur (Tessenderlo), trapeze (<fr.): trapize (Tessenderlo), naast suur  trapèze (Tessenderlo) Hoe heet het kinderspeeltuig, dat uit een plankje of bankje bestaat, welk door middel van twee touwen aan een dwarshout hangt en waarop het kind zich heen en weer laat zweven? [ZND 32 (1939)] || schommel [SND (2006)] || Schommel. [Willems (1885)], [ZND 14 (1926)], [ZND m] III-3-2
schoolbordenverf bordenverf: bǫrdǝvɛrǝf (Tessenderlo) Speciale verfsoort die diepzwart opdroogt, een kalkdof, enigszins ruw oppervlak vertoont en bestand is tegen afwassen met water. [N 67, 29] II-9
schoolkinderen schooljongen: sxoljuŋ (Tessenderlo) schoolkinderen [RND] III-3-1