e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sint-jozefaltaar sint-jozefsaltaar: sent jōzeͅfsø͂ͅtoͅuər (Tessenderlo) Het (zij)altaar dat is toegewijd aan de H. Jozef en waarop of waarboven zijn beeltenis zich bevindt [St.Jozef-altaar]. [N 96A (1989)] III-3-3
sint-jozefbeeld sint-jozef: sent jōzeͅf (Tessenderlo) Een beeld van de H. Jozef. [N 96A (1989)] III-3-3
sint-maarten sinte-maarten: sinte mette (Tessenderlo, ... ), sinte metten (Tessenderlo, ... ) Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)] III-3-2
sint-maartensvuur sint-maartenvuur: sinte mettevūūr (Tessenderlo, ... ) Welk jaarvuur kent (kende) men bij u (b.v. Vasten-, Paas-, of St.-Maartensvuur)? [ZND 17 (1935)] III-3-2, III-3-3
sint-pieter te rome sint-pieter: st piee(ə)r (Tessenderlo), sinte-pieter: sentə pitər (Tessenderlo), sinte pieər (Tessenderlo), sinte piëter (Tessenderlo), sintə-pietər (Tessenderlo) Sint-Pieter. [ZND 40 (1942)] III-3-3
sintelgat, slakkengat assenkot: asǝkot (Tessenderlo), gruiskot: grǫwǝskot (Tessenderlo) Het gat onder het smidsvuur waarnaar de slakken en sintels worden afgevoerd. Zie ook afb. 6. In Q 5 werden de sintels langs de bovenzijde van het smidsvuur verwijderd met behulp van de ɛhaardstekɛ. In Q 83 werden de slakken opzij van het smidsbed gegooid en van daaruit vervolgens in een korf. Zie voor het woorddeel kraaien- ook RhWb (IV), kol. 1451 s.v. ɛKreieɛ, "Kohlenschlacke, die Kruste, die das ɛGedecksɛ (Gris) im Ofen bildet, ausgebrannte Kohlen" en Haust, ɛDictionnaireɛ ɛLiégeoisɛ, pag. 176 s.v. ɛcrahêɛ, "morceau de houille incomplètement br√ªlé."' [N 33, 33] II-11
sinterklaas sintereklaas: sintereklaos (Tessenderlo, ... ), sintərəklaos (Tessenderlo, ... ) Sint-Niklaas. [ZND 06 (1924)] III-3-2, III-3-3
sjabloneren mallen: malǝ (Tessenderlo) Het werken met uitgesneden modelvormen. [N 67, 87a] II-9
sjabloon mal: mal (Tessenderlo) Stuk bordpapier of dun plaatmateriaal waarin een bepaald figuur of patroon is uitgesneden. Door het uitgesneden gedeelte met verf in te vullen, kan het patroon naar believen worden herhaald. Het spritsmuster (Q 121) werd gebruikt in combinatie met een mondspuit om op wanden een motief aan te brengen. [N 67, 87b; div.] II-9
sjalot sjalot: šəloͅtən (Tessenderlo) sjalotten (pl) [Goossens 1b (1960)] I-7