23649 |
te communie gaan |
te communie (<lat.) gaan:
te kommunnie gaon (K353p Tessenderlo)
|
Tot de communie gaan, ter communie gaan, te communie gaan, communiceren onder de mis [kómmeletseere?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18241 |
te groot zijn |
slodderen:
slodderen (K353p Tessenderlo),
te los zijn:
tis tə lós (K353p Tessenderlo)
|
Hoe zegt U: het kledingstuk zit te ruim? [N 62 (1973)] || Niet passen, gezegd van kleding-stukken [pronsen, bolderen, flodderen, slodderen] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18247 |
te klein zijn |
te smal zijn:
tis tə smàl (K353p Tessenderlo),
trekken:
ət trèkt (K353p Tessenderlo)
|
Hoe zegt U: het kledingstuk is te eng (trekt?) [N 62 (1973)]
III-1-3
|
30078 |
te lood |
loodrecht:
luwǝtrex (K353p Tessenderlo),
recht:
rɛxt (K353p Tessenderlo)
|
Gezegd van een muur of hoek wanneer deze tijdens de controle met het schietlood een loodrechte stand vertoont. [N 31, 10d; monogr.]
II-9
|
28532 |
te veel zwermen |
zijn eigen doodzwermen:
zijn eigen doodzwermen (K353p Tessenderlo)
|
Het te veel zwermen van een volk. Wanneer een volk te veel zwermt, verzwakt het. Elke zwerm is een splitsing en daardoor een verzwakking van het moedervolk. Wanneer een volk zo sterk achteruitgaat in bijental, dat het zich niet meer kan handhaven, heeft het zich doodgezwermd. [N 63, 39d]
II-6
|
31897 |
te ver doorschuren |
doorschuren:
dørsxūrǝ (K353p Tessenderlo)
|
Te veel hout wegschuren zodat er ofwel een gat in het fineerhout ontstaat, ofwel witte vlekken gevormd worden in massief hout. [N 53, 155b]
II-12
|
29095 |
te wijd |
te los:
tǝ los (K353p Tessenderlo)
|
Te ruim, gezegd van een kledingstuk of kledingstukonderdeel. [N 59, 130a; N 62, 26c; MW]
II-7
|
33793 |
teelballen, testes |
kloten:
kluu̯ǝtǝ (K353p Tessenderlo)
|
[JG 1b; N 8, 36, 37a, 37b, 37c en 38]
I-9
|
33791 |
teellid |
pees:
pēs (K353p Tessenderlo
[(evenals pezerik in feite de penis bij het varken)]
),
roede:
rui̯ (K353p Tessenderlo),
zaadstreng:
zǭtstraŋ (K353p Tessenderlo)
|
Penis of roede. [JG 1a, 1b; N 8, 36, 37a en 37b]
I-9
|
17680 |
teen |
teen:
tijǝn (K353p Tessenderlo),
tijən (K353p Tessenderlo, ...
K353p Tessenderlo)
|
Het voorste deel van de klompholte. [N 97, 38] || teen [N 10b (1961)]
II-12, III-1-1
|