34550 |
vrouwelijke gans |
gans:
gáns (K353p Tessenderlo)
|
[A 6, 5b; L 1a-m; JG 1a, 1b; S 9; monogr.]
I-12
|
34447 |
vrouwelijke geit |
geit:
gāt (K353p Tessenderlo)
|
[N 77, 82; N 77, 79; JG 1a, 1b; N 19, L 322 add.; monogr.]
I-12
|
19961 |
vrouwelijke hond, teef |
moederhond:
mojəroͅnt (K353p Tessenderlo, ...
K353p Tessenderlo),
møͅi̯ərhont (K353p Tessenderlo),
teefje:
tefkən (K353p Tessenderlo)
|
teef [Goossens 1b (1960)] || teef, vrouw. hond [Goossens 1b (1960)] || vrouwelijke hond [ZND 03 (1923)]
III-2-1
|
20124 |
vrouwelijke kat |
kattin:
katin (K353p Tessenderlo),
ka’tin (K353p Tessenderlo),
poes:
poes (K353p Tessenderlo)
|
moerkat, vrouwelijke kat [Goossens 1b (1960)] || vrouwelijke kat [ZND 27 (1938)]
III-2-1
|
34473 |
vrouwelijke kip |
hen:
hen (K353p Tessenderlo),
hoen:
hūn (K353p Tessenderlo)
|
De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.]
I-12
|
32402 |
vrouwenboor |
wijvenboor:
wē̜vǝbǫwǝr (K353p Tessenderlo)
|
De op een na grootste avegaar die gebruikt wordt als schrooiboor voor klompen met een binnenmaat van ongeveer 24 tot 26.5 cm. Zie ook het lemma ɛvrouwenklompɛ.' [N 97, 86]
II-12
|
23362 |
vrouwenkant |
vrouwluikant:
vraləkānt (K353p Tessenderlo)
|
De rechterhelft van de kerk, het gedeelte rechts van het middenpad, dat bestemd was voor de vrouwen [epistelkant, vrouwenkant, vrouwliekant?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18672 |
vrouwenkleren |
vrouwluiklederen:
vrouwlieklederen (K353p Tessenderlo)
|
vrouwenkleren [t vrouwendinge, de schörte] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
32441 |
vrouwenklomp |
wijvenhool:
wē̜vǝn(h)ōl (K353p Tessenderlo)
|
Klomp met een binnenlengte van 24 tot 26.5 centimeter. Zie ook afb. 258. De trippenklomp uit Meeswijk (L 424) was een lichte vrouwenklomp, versierd met uitgesneden bloempjes. Dit soort klompen werden tot ongeveer 1920 in huis en op weg naar de kerk gedragen. [N 97, 136; N 24, add.; Bakeman 8; monogr.]
II-12
|
18598 |
vrouwenonderhemd? |
hemd:
høm (K353p Tessenderlo)
|
onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)]
III-1-3
|