e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Teuven

Overzicht

Gevonden: 1237
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bovenstuk van een jurk bloes: blūs (Teuven) lijfje, bovenstuk van jurk [baskien] [N 24 (1964)] III-1-3
braadpan braadpan: brōͅpan (Teuven), vleespan: vlēͅšpan (Teuven) pot, metalen ~ met twee oren; inventarisatie benamingen (bròòjpan, bakpan); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
braadworst braadworst: brodwoäsj (Teuven) worst van rauw vlees [ZND 21 (1936)] III-2-3
braden braden: braden (Teuven) vlees braden en vlees bakken [ZND 22 (1936)] III-2-3
branden brennen: breͅanən (Teuven) branden [ZND 01 (1922)] III-2-1
brandmuur tussen woonhuis en stal schouwmuur: šǫu̯mūr (Teuven) De scheidingsmuur tussen het woongedeelte en de stallen van de boerderij. Doorgaans is dit de muur waartegen, aan de woonhuiskant, ook de schouw is aangebracht en die tot in de nok is opgetrokken. [N 5A, 22g en 32a; N 31, 41d; A 49, 6b] I-6
brede tanden brede tanden: brɛi̯ tęŋ (Teuven) Blijvend gebit na de wisseling. [N 3A, 108c] I-11
breien strikken: o tussen a en o  hosen strikken (Teuven) Kousen breien. [ZND 22 (1936)] III-1-3
breinaald strikdraad: strikdrēūd (Teuven) Hoe heten de stalen pennen waarmee gebreid wordt? [ZND 22 (1936)] III-1-3
bretel help: heͅləpə (Teuven) bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)] III-1-3