21434 |
halve gulden |
halve gulden:
ps. omgespeld volgens Frings.
ənə hōvə gøldə (Q209p Teuven),
vijftig cent:
ps. omgespeld volgens Frings.
foftəx sēͅnt (Q209p Teuven)
|
halve gulden, een ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25219 |
halve maan, laatste kwartier |
halve mond (du.):
Eng. yard.
hāvə moͅnt (Q209p Teuven)
|
schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
33305 |
handcultivator |
cultivator:
kyltivātǝr (Q209p Teuven)
|
Handgereedschap voor het losmaken van de grond. In aflevering I.2, p.161-2 is sprake van een zware cultivator die door (paarde)tractie wordt gewogen. Het werkingsprincipe van de twee gereedschappen is echter hetzelfde. [N 18, 52; monogr.]
I-5
|
18256 |
handschoen |
haas:
hēšə (Q209p Teuven)
|
handschoenen, met vier vingers en een duim [vingerwante, haase, hejse] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18711 |
handschoen zonder vingers |
mitaine (fr.):
mitēͅnə (Q209p Teuven)
|
wanten of handschoenen die de vingers onbedekt laten [meténtjes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33314 |
handvat van de sikkel |
hand:
hant (Q209p Teuven)
|
Korte houten gedeelte waaraan het mes bevestigd is. Hiermee hield men de sikkel vast. [N 18, 79a; monogr.]
I-5
|
33040 |
handvat van de zicht |
hand:
hant (Q209p Teuven),
handhaaf:
hantǝf (Q209p Teuven)
|
De steel van de zicht bestaat uit één stuk hout. Het bovenste deel ervan is scherp gebogen. Dit deel dient als handvat waarmee men de zicht hanteert. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 en afbeelding 5. Vergelijk de lemma''s over de handvatten aan de steel van de zeis (3.2.4 - 3.2.7) in aflevering I.3. In de volgende plaatsen werd hetzelfde antwoord gegeven als voor "steel" (zie het lemma ''steel van de zicht'', 4.3.2): K 278, L 164, 288a, 296, 314, 320, 327, 330, 378, 381, 381b, 422, 426, 429, 431, P 175, Q 14, 15, 33, 71, 90, 93, 96, 99, 121, 197, 198b, 201, 207.' [N 18, 70b; JG 1a, 1b; A 14, 9; L 45, 9; monogr.]
I-4
|
33157 |
handvat van het strosnijmes |
hand:
hānt (Q209p Teuven)
|
Het houten gedeelte van het strosnijmes. Vergelijk ook het de lemma''s ''steel van de zeis'' (3.2.3) in aflevering I.3 en ''steel van de zicht'' (4.3.2)in deze aflevering). Zie afbeelding 18, c. [N 18, 103b]
I-4
|
31701 |
handvatten van de trekzaag |
handen:
hęŋ (Q209p Teuven
[(enkelvoud: hant)]
)
|
De twee in het verlengde van het zaagblad van de trekzaag bevestigde handvatten. [N 18, 128a; N 50, 17b]
II-12
|
19566 |
handveger, stoffer |
kwispel:
kweespel (Q209p Teuven)
|
handveger [ZND 02 (1923)]
III-2-1
|