e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Teuven

Overzicht

Gevonden: 1237

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bandschort met borststuk scholk: šolək (Teuven) schort met borststuk en schouderbanden [schortel, scholk, sjutsel] [N 24 (1964)] III-1-3
bankbiljet briefje: ps. omgespeld volgens Frings.  ə breͅfkə (Teuven), papieren geld: ps. omgespeld volgens Frings.  papīrəgēͅlt (Teuven) bankbiljet, banknoot, een ~ [briefke?] [N 21 (1963)] III-3-1
baret bret (fr.): beͅreͅ (Teuven) baret [flat, floets] [N 25 (1964)] III-1-3
bascule bascule: baskyl (Teuven) Weeginstrument met vaste vloer (bascule). [N 18 (1962)] III-3-1
bebroed onbevrucht ei vuil ei: vūl ęi̯ (Teuven) [N 19, 54b] I-12
beddenbak, ressortbak bedstad: beͅtštat (Teuven) Houten gedeelte van een bed (Nederl. ledikant; Fr. bois du lit) [ZND 02 (1923)] III-2-1
beddenwarmer bakkerskruik: peͅkeͅskrūk (Teuven) kruik, stenen ~; inventarisatie benamingen (gistkruik); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
bedorven ei vuil ei: vūl ęi̯ (Teuven) [N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.] I-12
bedriegen bedriegen: ook materiaal Leuv. lijst 21, vr 6a  bedreegen (Teuven) bedriegen [ZND 01 (1922)] III-1-4
bedrijfsgedeelte van het boerenhuis stallen: štɛl (Teuven) Bedoeld wordt het geheel van stallen en schuur dat achter het woonhuis gelegen is. Bepaalde benamingen zijn specifieke termen voor het bedrijfsgedeelte. Andere opgaven daarentegen zijn algemener en geven daarmee aan dat er voor de bedrijfsgebouwen geen aparte benaming bestaat, ze zijn ook in gebruik voor de boerderij in het algemeen, geven een opsomming van de voornaamste bedrijfsgebouwen of -ruimten (vandaar ook veel meervoudsvormen), verwijzen naar een belangrijk deel van de bedrijfsruimten (zoals de binnenhof of de dorsvloer) of wijzen op dat deel van het complex dat direct aan het woonhuis aansluit (zoals het stookhuis). [N 5A, 31; N 5,126; monogr.] I-6