e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Teuven

Overzicht

Gevonden: 1237
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
manchetknoop manchettenknoop: manšeͅtəknōͅp (Teuven) manchetknoopjes [N 23 (1964)] III-1-3
mand mandel: mandǝl (Teuven) De algemene benaming voor een uit wissen gevlochten mand. Zie ook afb. 284. Uit het materiaal blijkt dat er niet altijd een onderscheid wordt gemaakt tussen de woorden mand en korf. Als dat wel wordt gedaan, duidt men met het eerste woord eerder een mand met oren aan, terwijl men het tweede gebruikt voor een mand met een hengsel (vgl. Janssens, pag. 24 e.v.). Zie ook het lemma ɛkorfɛ.' [N 20, 48; N 40, 37; L 1 a-m; S 23; monogr.] II-12
mannelijk jong van de geit bok: bǫk (Teuven), geitenbok: gē̜tǝbǫk (Teuven) [N 19, 71b; N 19, 71a; N 77, 76; A 9, 21] I-12
mannelijk kalf stiertje: štɛrǝkǝ (Teuven) [N 3A, 15; N C, 7a; JG 1a, 1b; A 9, 17a; Gwn V, 5a; monogr.] I-11
mannelijk kalf dat van tanden begint te wisselen jarige stier: jø̜̄rǝgǝ štīr (Teuven) Algemeen kan men zeggen dat het hier gaat om een kalf van ongeveer één jaar oud. [N 3A, 16; add. uit N 3A, 15] I-11
mannelijk kuiken haantje: hē̜nšǝ (Teuven) [N 19, 41b; L A2, 507] I-12
mannelijke eend eendvogel: èndvogel (Teuven) woerd, mannetjeseend [ZND 01 (1922)] III-4-1
mannenkleren mansluikleren: manslyjkleͅjər (Teuven) mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
mannenonderhemd onderlijfje: oͅndərlifkə (Teuven) onderhemd voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3
mantelpak kostuum: koͅstym (Teuven), vrouwluicomplet (<fr.): vroͅlyjko͂ͅpleͅ (Teuven), vrouwluikostuum: vrolyjkoͅstym (Teuven) mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)] III-1-3