34208 |
nierbekkenontsteking |
kou op de nieren:
kǫw ǫp dǝ nērǝ (Q209p Teuven)
|
Een aandoening van de pisbuis, vervolgens van de blaas en van een van de pisleiders en tenslotte van het nierbekken. De kwaal komt bijna uitsluitend bij het vrouwelijk dier voor. De dieren hebben minder eetlust, herkauwen weinig, vermageren, hebben een droge en stugge huid. Ze urineren telkens in kleine hoeveelheden. De oorzaak is een bepaalde smetstof. Zie ook het lemma ''chronische nier- en nierbekkenontsteking'' in wbd I.3, blz. 486. [N 3A, 94; N 52, 29; A 48A, 43]
I-11
|
34153 |
niet behouden |
niet behouden:
nēt bǝhǫwǝ (Q209p Teuven)
|
Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b]
I-11
|
33447 |
niet gehalveerde poortvleugel |
slag:
šlāx (Q209p Teuven)
|
Een scharnierende poort bestaat meestal uit twee vertikaal verdeelde planken helften of vleugels. Bedoeld wordt een poortvleugel die niet zelf nog eens gehalveerd is. Zie voor dit laatste het lemma "gehalveerde poortvleugel" (4.1.7). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18.c bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42a; monogr.]
I-6
|
21654 |
niet gunnen |
niet gunnen:
ps. omgespeld volgens Frings.
zə eͅstəxnētxəgōnt (Q209p Teuven),
niet verkopen:
ps. omgespeld volgens Frings.
zə eͅs nēt fərkōwət (Q209p Teuven)
|
ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25172 |
nieuwe maan |
nieuwe mond (du.):
nyjə moͅnt (Q209p Teuven)
|
schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
21643 |
nikkelgeld |
nikkel:
ps. omgespeld volgens Frings.
ənə nikəl (Q209p Teuven),
platengeld:
ps. omgespeld volgens Frings.
plātəgēͅlt (Q209p Teuven)
|
nikkelen of witmetalen geldstukken [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34478 |
nog in het ei zittend kipje |
kuikje:
kykskǝ (Q209p Teuven)
|
[N 19, 40a]
I-12
|
21651 |
notariskosten |
schrijfgeld:
ps. omgespeld volgens Frings.
t šrifxēͅlt (Q209p Teuven)
|
gelden die bestemd zijn voor de notaris i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen [ongelden, den bamis, onraad, herengeld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18334 |
nylonkous |
nylonhoos:
nilo͂ͅhōͅzə (Q209p Teuven),
niloͅŋhōͅzə (Q209p Teuven)
|
nylonkousen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24947 |
oever |
kant:
kánt (Q209p Teuven)
|
oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)]
III-4-4
|