18716 |
redingote? |
redingote (fr.):
[Van Dale: redingote, (Fr., verbasterd uit riding coat), <vero.> geklede jas met twee rijen knopen]
rədeͅgoͅt (Q209p Teuven)
|
riddingot, in de betekenis van kostuum(onderdeel); betekenis/uitspraak [N 23 (1964)]
III-1-3
|
25171 |
regen (alg.) |
regen:
reͅn (Q209p Teuven)
|
regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25181 |
regenboog |
regenboog:
(dər) reͅnbox (Q209p Teuven),
(meervoud)
reͅnbø͂ͅx (Q209p Teuven)
|
regenboog [weerteken] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25238 |
regenbuitje |
kleine schuil:
ən kleͅŋšūl (Q209p Teuven),
schuiltje:
šylšə (Q209p Teuven)
|
licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25183 |
regenen (alg.) |
regenen:
rēͅnə (Q209p Teuven)
|
regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
18554 |
regenjas |
impermable (fr.):
e͂ͅpeͅrmeabəl (Q209p Teuven),
vroͅlyje͂ͅpeͅrmeabəl (Q209p Teuven),
regenmantel:
rēͅnmantəl (Q209p Teuven)
|
damesregenmantel [N 23 (1964)] || regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
25180 |
regenwolkje |
de zon is waterachtig:
(waterachtig)
də zoͅn eͅs wàtəreͅxtəx (Q209p Teuven)
|
regen-voorspellend wolkje bij ondergaande zon [watermenneke] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
21201 |
reiskoffer |
valies (<fr.):
Karte 365.
valise (Q209p Teuven)
|
Reisekoffer
III-3-1
|
34616 |
rem van de wagen |
mechaniek:
nikǝnik (Q209p Teuven)
|
De rem komt vrijwel alleen voor bij de wagen. Er bestaan verschillende systemen. Essentieel hierbij is echter dat steeds een remblok tegen de rond de velg van het wiel bevestigde metalen band kan schuren. De informant van Q 099q vermeldt het volgende: "Vroeger werd de rem door middel van een zwengel aangedraaid. Thans wordt de rem in werking gesteld door een ijzeren hefboom. Deze ijzeren staaf heeft aan het losse uiteinde een ketting, die vastgemaakt wordt aan een haak, welke zich bevindt aan de zijkant van de karbak. Het is dus een vereenvoudiging, de zwengel is vervangen door een hefboom.". De respondent van P 48 omschrijft de wagenrem als een "blok met ketting aan as om te remmen. [N 17, 40 + 44j + 49 + 50b + 99 + add; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2c; monogr.]
I-13
|
21358 |
rente |
interest:
ps. omgespeld volgens Frings.
dər ēntreͅs (Q209p Teuven),
dər ēntəreͅs (Q209p Teuven)
|
Rente [intrest?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|