e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ezel balkje: bɛlǝkskǝ (Thorn) De horizontale balk waar de pasbrug aan één zijde op rust. Zie ook afb. 85. Volgens de invullers uit l 318 en l 321 werd deze balk vooral in torenmolens op deze wijze gebruikt. [N O, 23c] II-3
fakkeloptocht fakkelentienes: fakkelentienes (Thorn), fakkeloptocht: fakkeloptocht (Thorn) Een optocht s avonds of s nachts waarbij fakkels meegedragen worden. [N 88 (1982)] || Met fakkels lopen op de eerste zondag van de vasten. [N 88 (1982)] III-3-2
familie familie: familie (Thorn), familiej (Thorn) het geheel van bloedverwanten van dezelfde naam [familie, volk, parentatie, vriend] [N 87 (1981)] III-2-2
fanfare fanfare: fanfaar (Thorn), fanfare (Thorn) Een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek]. [N 90 (1982)] III-3-2
fazant fazant: fazant (Thorn), korhoen: kòrhoon (Thorn) fazant || fazant (83 bekende jachtvogel; hen bruin en kleiner dan de kleurige haan [N 09 (1961)] III-4-1
feest feest: feest (Thorn), fiest (Thorn) De bijeenkomst en samenzijn ter viering van een heuglijk feit of een gedenkdag [feest, kermis, begankenis]. [N 88 (1982)] III-3-2
feest bij de ondertrouw voorbruiloft: veurbroeloft (Thorn) Het feest bij de ondertrouw [hoog]. [N 88 (1982)] III-3-2
feest van sinter-greef halfvasten: halfvaste (Thorn, ... ) Het feest van Sinter-Greef (half vasten) [grevin, greve, miknem]. [N 88 (1982)] III-3-2
feestdag van een heilige naamdag: naamdaag (Thorn), naamsdag: naamsdaag (Thorn) De naamdag van een heilige. [N 96C (1989)] III-3-3
feestdag van maria lieve-vrouwedag: levevrouwedaag (Thorn), mariadag: mariadaag (Thorn) Een feestdag van de H. Maagd Maria in het algemeen (Lievevrouwedag, Mariadag). [N 96C (1989)] III-3-3