e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flamingoplant flamingo: idiosyncr.  flamingo (Thorn) Flamingoplant (anthurium scherzerianum) (kerstroos, rode vlag, flamingoplant, levensbloem). [N 92 (1982)] III-2-1
flank lies: lis (Thorn) Het gedeelte van de huid dat de flank bedekt. Volgens de informant van L 292 is het leer hiervan minder van kwaliteit maar zeer geschikt voor de binnenhaam. Zie afb. 1. [N 60, 3e; N 60, 3d; N 60, 247; N 36, 5; N 36, 4; N 36, 6b] II-10
flauw flauw: flauw (Thorn, ... ) niet zout of hartig smakend (meeps, laf, flauw, flets, fleps) [N 91 (1982)] III-2-3
flauwvallen bezwijmen: bezwieme (Thorn), flauwvallen: flauw valle (Thorn), flaw valle (Thorn) zwijm: In onmacht, in zwijm vallen (bezwijmen, vallen, zwijmelen, zwinden, kwalijk worden). [N 84 (1981)] III-1-2
flens flens: flens (Thorn  [(Maurits)]   [Maurits]) Opstaande rand aan het einde van buizen om deze met schroeven aan elkaar te kunnen verbinden. [N 95, 826; monogr.] II-5
flensje flensje: flensje (Thorn), flenske (Thorn), fletsje: fletske (Thorn), koekje: keukske (Thorn) flensje [SGV (1914)] || flensje; Hoe noemt U: Een dun pannekoekje, een flensje (struifje, koekje, flensje, broedertje) [N 80 (1980)] III-2-3
fles, maat van ong. 0,8 liter fles: (vloeistof).  fles (Thorn) de maat die een inhoud aangeeft van 0,8 liter [fles] [N 91 (1982)] III-4-4
flets flets: flets (Thorn), pips: peeps (Thorn) Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)] III-1-2
flink; flinke persoon flink: flink (Thorn, ... ), hel: hel (Thorn) geneigd om flink aan te pakken, om stevig door te werken [hel, flink] [N 85 (1981)] III-1-4
fluim fluim: fluum (Thorn, ... ), klark: klark (Thorn) fluim [SGV (1914)] || fluim [klad, kwalster, kwaaier] [N 10a (1961)] III-1-2