21893 |
geschenk |
cadeau (fr.):
kado (L374p Thorn),
geschenk:
gesjink (L374p Thorn)
|
dat wat je kado geeft [gave, geschenk, gift, present, zende, kado] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20475 |
geslacht |
familie:
fami.lie (L374p Thorn),
geslacht:
geslacht (L374p Thorn)
|
de gezamenlijke afstammelingen van een gemeenschappelijke stamvader, geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
17712 |
geslachtsdelen (alg.) |
gemacht:
gemech (L374p Thorn),
geslachtsdelen:
geslachtsdeile (L374p Thorn),
getuig:
getuug (L374p Thorn),
pinksteren en pasen:
Schertsend.
Pinkste en Paose (L374p Thorn)
|
geslachtsdelen in het algemeen [N 10c (1961)], [N 10c (1995)]
III-1-1
|
20312 |
geslachtsgemeenschap hebben |
de liefde bedrijven:
de leefdje bedrieve (L374p Thorn),
de stek wegzetten:
Schertsend.
de stek wegzètte (L374p Thorn),
met de kat spelen:
mêt de kat spuële (L374p Thorn),
naaien:
nejje (L374p Thorn),
neuken:
neuke (L374p Thorn),
poppen:
póppe (L374p Thorn),
zich afhouden:
zich afhaoje (L374p Thorn)
|
geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)]
III-2-2
|
33790 |
geslachtsorgaan van de hengst als geheel |
gemecht:
gǝmɛks (L374p Thorn)
|
[JG, 1b; N 8, 36 en 37b]
I-9
|
23491 |
gesloten kapelletje? |
kapelletje:
kapelke (L374p Thorn)
|
Een kapelletje waar men niet in kan, waarin achter traliewerk een kruis of een beeld staat. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34472 |
gesneden haan |
kapuin:
kǝpūn (L374p Thorn)
|
[N 19, 60a; monogr.]
I-12
|
34394 |
gesneden mannelijk schaap |
hamel:
hāmǝl (L374p Thorn)
|
[N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.]
I-12
|
34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bɛrx (L374p Thorn)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
18254 |
gesp |
gesp:
gasp (L374p Thorn),
snal (<du.):
snal (L374p Thorn)
|
sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)]
III-1-3
|