18954 |
goedzak |
goede buts:
gooi bèùts (L374p Thorn),
goedzak:
goodzak (L374p Thorn)
|
een persoon die altijd goed handelt en goed is voor andere mensen [goedzak, godsblok] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24958 |
golf |
golf:
golf (L374p Thorn),
rimpel:
rimpel (L374p Thorn)
|
golf, bolle verheffing op de waterspiegel, meestal veroorzaakt door de wind [baar, zwolp] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24959 |
golven ww. |
golven:
golfjt open waer (L374p Thorn),
golven (L374p Thorn)
|
golven (ww), rijzen en dalen van water [gurzelen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24538 |
gom |
gom:
ideosyncr.
gum (L374p Thorn)
|
De kleverige, doorschijnende vloeistof die uit spleten of insnijdingen in sommige bomen vloeit en in de lucht hard word; deze stof is i.t.t. hars niet oplosbaar in alcohol of ether gom, plek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
17903 |
gooien |
gooien:
goaje (L374p Thorn),
gooije (L374p Thorn),
gwoaje (L374p Thorn),
gôôje (L374p Thorn),
smijten:
met stein smiete (L374p Thorn),
smiete (L374p Thorn)
|
gooien [goesje] [N 38 (1971)] || gooien; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 26 (1964)] || werpen [SGV (1914)]
III-1-2
|
20051 |
goudenregen (laburnum anagyroides med.) |
goudenregen:
idiosyncr.
gouje raengel (L374p Thorn),
WLDfloks
gouje rééngel (L374p Thorn)
|
Gouden regen (cytisus laburnum). Goudgele bloemen in rijke, hangende trossen. De blaadjes zijn 3-tallig. Op de vlag (dit is het grootste kroonblad) zit een bruin honingmerk. De bloem heeft geen honing, maar wel een vlezige ring met voedsel voor insekten. [N 92 (1982)]
III-2-1
|
24156 |
goudhaantje |
goudhaantje:
goudhaenke (L374p Thorn),
gouthéénke (L374p Thorn)
|
goudhaantje || goudhaantje (9 zeer klein vogeltje; geel streepje op de kop; meestal in sparren; roep en zang heel hoog piepend [N 09 (1961)]
III-4-1
|
20071 |
goudsbloem |
goudsbloem:
idiosyncr.
goudsbloom (L374p Thorn)
|
Goudsbloem (calendula officinalis). Grote oranjekleurige bloemen. Bijna alle vruchten zijn sikkelvormig gekromd. Gekweekt, ook in blekere kleuren en vaak verwilderd. Bloeitijd van mei tot november (gauwbloem, goudbloem, dodbloem). [N 92 (1982)]
III-2-1
|
24157 |
goudvink |
bloedvink:
omdat het rood enigszins bloedkleurig is
bloodvink (L374p Thorn)
|
goudvink (14,5 grijs op de afbeelding is prachtig rood bij de man; zomer en winter vrij schaars; broedt in sparrenbos; worteltjesnest; roep hoog fluitend [pjuuu] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
21714 |
gouverneur |
gouverneur (<fr.):
gouverneur (L374p Thorn, ...
L374p Thorn)
|
de officiële vertegenwoordiger van de koningin [koning] in een provincie [commissaris, gouverneur] [N 90 (1982)]
III-3-1
|