e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grote hoeveelheid, hoop hoop: einen houp (Thorn), houp (Thorn, ... ), hopen (mv.): huip (Thorn) een grote hoeveelheid [bezie, hoop, pook, tas, klamp, kluts, krooi, berm, kluft, bres, meuk, del] [N 91 (1982)] || hoop [SGV (1914)] || hoopen (mv.) [SGV (1914)] III-4-4
grote hostie grote hostie (<lat.): groeete hostie (Thorn) De grote hostie, op de pateen gelegen. [N 96B (1989)] III-3-3
grote knikker marvel: marvel (Thorn) Een grote knikker. [N R (1968)] III-3-2
grote lijster dubbele lijster: döbbele liester (Thorn), gieteling: geeteling (Thorn), etym.aant.  geeteling (Thorn), grote lijster: groote liester (Thorn), grote liester (Thorn) grote lijster || grote lijster (27 forse vogel; vlekken vallen meer op dan bij zanglijster [019]; krachtige vlucht; ook op trek; broedt tegenwoordig ook bij woningen; luide zang en nest lijken op merel [018]; roep is hard geratel [N 09 (1961)] III-4-1
grote ruzie? <omschr.> zich borstelen: die höbbe zich gebeusteldjd (Thorn) een grote ruzie [hora, bal] [N 85 (1981)] III-3-1
grote schoonmaak grote poets: groeate poets (Thorn), groite poets (Thorn), poets: poets (Thorn), wê zeen aan de poets (Thorn), wê zeen klaor met de poets (Thorn) de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] || Hoe noemt u de najaarsschoonmaak? [N105 (2000)] || Hoe noemt u de voorjaarsschoonmaak? [N105 (2000)] || wij zijn aan het schoonmaken [DC 15 (1947)] III-2-1
grote trom dikke trom: dikke trom (Thorn), dikə trom (Thorn) Een grote trom [trombol]. [N 90 (1982)] III-3-2
grote trom met bekkens concerttrom: koͅnseͅrtrom (Thorn), djingel: djingel (Thorn) Een grote trom met bekkens [djingel]. [N 90 (1982)] III-3-2
grote waterweegbree waterweegbree: WLD  waterweegbree (Thorn), weegbreed: idiosyncr.  waegbreed (Thorn) Waterweegbree (grote) (alisma plantago-acquatica). De plant is 20 tot 150 cm groot en heeft grote, boven het water uitstekende bladeren; de bladeren zijn tevens lancetvormig, met een iets hartvormige voet; de bloemen groeien in een grote pluim en zijn wit [N 92 (1982)] III-4-3
grote wederik avonduil: idiosyncr.  aovendjuul (Thorn), wederik: WLD  wederik (Thorn) Gele wederik (lysimachia vulgaris een 40 tot 150 cm hoge plant. De stengels staan rechtop en zijn onvertakt; de bladeren bevinden zich meestal in kransen of zijn tegenoverstaand, de vorm is langwerpig elliptisch, ze zijn kort gesteeld. De bloemen bevind [N 92 (1982)] III-4-3