e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

Gevonden: 6288
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
appelvink appelvink: ook keesevink (zie daar)  appelvink (Thorn), kezenvink: omdsat ze ook veel op kersenbomen voorkomt en de kersepitten stukhakt om de inhoud eruit te halen.  keesevink (Thorn) appelvink (18 grote snavel, kort staartje; grote vogel; zeer schuw; zeldzaam; vreet vruchtenpitten; roep [ptik] [N 09 (1961)] III-4-1
aprilgrap aprilgrap: aprilgrap (Thorn, ... ) De onzinnige boodschap op 1 april [aprilvis, aprilzaad, zikkelzaad]. [N 88 (1982)] III-3-2
arbeid werken: wirke (Thorn, ... ) het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)] III-3-1
arduin, hardsteen arduin: arduun (Thorn) hardsteen, harde, meest blauwgrijze kalksteen, gebruikt voor stolpen, hoekstenen enz [arduin] [N 81 (1980)] III-4-4
are, maat van 100 m2 are: aar (Thorn), ein āār (Thorn) de maat die een oppervlakte aangeeft van 100 vierkante meter [are] [N 91 (1982)] III-4-4
aren lezen oogsten: ǫu̯stǝ (Thorn) Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2] I-4
armband armband: ermbandj (Thorn), ermbanjd (Thorn) band- of ringvormig, gewoonlijk metalen sieraad dat om de arm of pols gedragen wordt [armband, bracelet] [N 86 (1981)] III-1-3
armbestuur armbestuur: ermbestuur (Thorn), arme, de ~: den erme (Thorn) de instelling die zich tot doel stelt arme mensen te ondersteunen [arme, armekom-mer, grootvaal, armbestuur] [N 90 (1982)] III-3-1
armenbanken vrijbanken: vriej bank (Thorn), vrije plaatsen: vrieplaatse (Thorn) De banken achter in de kerk, die niet werden verpacht [gemeine banken, vrije banken, ermebanke, vrije plaatsen?]. [N 96A (1989)] III-3-3
armvol armvol: (h)ęrvǝl (Thorn), ennen ervel huij (Thorn), ennen hervel huij (Thorn), hèrvel (Thorn), handvol: ennen hampel huij (Thorn), hampǝl (Thorn) armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)] || de hoeveelheid die men met de armen kan omvatten [armvol, elver, ervel, speet] [N 91 (1982)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.] I-4, III-4-4