28396 |
industriekool |
gaskolen:
gāskoalǝ (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
vetkolen:
vętkoalǝ (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik])
|
Steenkool met meer dan veertien procent vluchtige bestanddelen. Volgens de invuller uit Q 33 is de term "industriekool" van toepassing op de volgende steenkoolsoorten: vette kool, gaskool en gasvlamkool. [N 95, 456; N 95, 457; N 95, 458; N 95, 459; monogr.]
II-5
|
18812 |
informeren (onoverg.) |
informeren:
informere (L374p Thorn),
navragen:
naovraoge (L374p Thorn)
|
inlichtingen inwinnen over iets [zich naar iets erkondigen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
28476 |
ingelegd |
belegd:
bǝlaxt (L374p Thorn)
|
Gezegd van een moerdop of van een cel, wanneer er door de koningin een eitje in is gelegd. [N 63, 22a; N 63, 21a; N 63, 18; Ge 37, 69]
II-6
|
27236 |
ingenieur |
ingenieur:
enžǝnjø̄r (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
De algemene benaming voor ingenieur. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden lopen nogal uiteen. [N 95, 139; N 95, add.; monogr.]
II-5
|
18849 |
ingetogen |
bedaard:
bedaarjd (L374p Thorn)
|
zich onthoudend van buitensporigheden of uitspattingen, niet opzichtig [stil, bedaard, stemmig, ingetogen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17701 |
ingewanden |
darmen:
derm (L374p Thorn, ...
L374p Thorn),
ingewanden:
ingewandje (L374p Thorn)
|
ingewanden [N 10a (1961)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
25434 |
ingewanden verwijderen |
darmen schoonmaken:
[darmen] šun mākǝ (L374p Thorn)
|
Als het dier opgehangen is, snijdt de slachter de buik open, waarna hij de ingewanden (maag, darmen e.d.) verwijdert. Om het dier lichter te maken en het dus gemakkelijker te kunnen ophijsen, gebeurde dit bij een rund vroeger - voordat het gebruik van katrollen e.d. meer algemeen werd - terwijl het dier nog op de burrie lag. Een bij het woordtype genoemd object wordt niet fonetisch gedocumenteerd. Zie voor deze varianten van ''darmen'', ''pens'' e.d. het lemma ''ingewanden van geslacht vee''. [N 28, 59; monogr.]
II-1
|
17909 |
ingieten (met geluid) |
gieten:
geete (L374p Thorn)
|
gieten: Met een zeker geluid water ergens in gieten (patten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19271 |
ingrijpen |
ingrijpen:
ingriepe (L374p Thorn, ...
L374p Thorn)
|
met gezag en kracht tussenbeide komen [roffen, ingrijpen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24960 |
inham |
inham:
inham (L374p Thorn, ...
L374p Thorn)
|
inham, in het land inspringend gedeelte van een zee, meer of riveri [inpamp] [N 81 (1980)]
III-4-4
|