34001 |
inspannen |
inspannen:
enspanǝ (L374p Thorn)
|
Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74]
I-10
|
29859 |
insteken |
opscheppen:
ǫpšø̜pǝ (L374p Thorn)
|
Klei in de molen brengen. [monogr.]
II-8
|
29860 |
insteker |
opschepper:
ǫpšø̜pǝr (L374p Thorn)
|
Arbeider die de klei in de molen bracht. [monogr.]
II-8
|
28133 |
instorting |
brok:
bruk (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Het plots inzakken van het dak van de mijngang of een instorting in een galerij of steengang. [N 95, 901; N 95, 929; N 95, 843; monogr.; Vwo 172; Vwo 398]
II-5
|
28173 |
intrekkende schacht, instromingsschacht |
intrekkende schacht:
entrękǝndǝ [schacht] (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits])
|
De schacht waarlangs de verse lucht het ondergrondse gedeelte van de mijn wordt binnengevoerd. De opgaven "beur één", "put één" en "schacht één" duiden het nummer aan van de schacht die op de desbetreffende mijn als instromingsschacht wordt gebruikt. Zo vermeldt de invuller uit L 417 dat men op de mijnen in Zwartberg en Waterschei de oneven nummers voor de intrekkende schachten gebruikt, terwijl men de uitstromingsschachten even nummers geeft. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma Luchtstroom. De fonetische documentatie van het woord (schacht) vindt men in het lemma Schacht. [N 95, 205; monogr.]
II-5
|
23605 |
introïtus |
introtus (<lat.):
introitus (L374p Thorn)
|
De intredezang, introïtus, door het koor gezongen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28638 |
invoederen |
opvoeren:
opvōrǝ (L374p Thorn)
|
Het voeren van de bijen met suiker, suikerwater of voederhoning, voordat de winter begint. [N 63, 110a; monogr.]
II-6
|
21867 |
inzet |
uitzetten:
oetzètte (L374p Thorn)
|
de inzet door de verkoper gedaan om de prijs op te voeren op een veiling [schut, buurmansschut] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
22328 |
inzet bij het spel |
pot:
pot (L374p Thorn, ...
L374p Thorn)
|
Het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21986 |
inzetgeld |
inzet:
Algemene opmerkingen bij deze vragenlijst:
inzèt (L374p Thorn)
|
het inleggeld (inzetgeld) per duif? [N 93 (1983)]
III-3-2
|