e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inspannen inspannen: enspanǝ (Thorn) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
insteken opscheppen: ǫpšø̜pǝ (Thorn) Klei in de molen brengen. [monogr.] II-8
insteker opschepper: ǫpšø̜pǝr (Thorn) Arbeider die de klei in de molen bracht. [monogr.] II-8
instorting brok: bruk (Thorn  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Het plots inzakken van het dak van de mijngang of een instorting in een galerij of steengang. [N 95, 901; N 95, 929; N 95, 843; monogr.; Vwo 172; Vwo 398] II-5
intrekkende schacht, instromingsschacht intrekkende schacht: entrękǝndǝ [schacht] (Thorn  [(Maurits)]   [Maurits]) De schacht waarlangs de verse lucht het ondergrondse gedeelte van de mijn wordt binnengevoerd. De opgaven "beur één", "put één" en "schacht één" duiden het nummer aan van de schacht die op de desbetreffende mijn als instromingsschacht wordt gebruikt. Zo vermeldt de invuller uit L 417 dat men op de mijnen in Zwartberg en Waterschei de oneven nummers voor de intrekkende schachten gebruikt, terwijl men de uitstromingsschachten even nummers geeft. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma Luchtstroom. De fonetische documentatie van het woord (schacht) vindt men in het lemma Schacht. [N 95, 205; monogr.] II-5
introïtus introtus (<lat.): introitus (Thorn) De intredezang, introïtus, door het koor gezongen. [N 96B (1989)] III-3-3
invoederen opvoeren: opvōrǝ (Thorn) Het voeren van de bijen met suiker, suikerwater of voederhoning, voordat de winter begint. [N 63, 110a; monogr.] II-6
inzet uitzetten: oetzètte (Thorn) de inzet door de verkoper gedaan om de prijs op te voeren op een veiling [schut, buurmansschut] [N 89 (1982)] III-3-1
inzet bij het spel pot: pot (Thorn, ... ) Het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik]. [N 88 (1982)] III-3-2
inzetgeld inzet: Algemene opmerkingen bij deze vragenlijst:  inzèt (Thorn) het inleggeld (inzetgeld) per duif? [N 93 (1983)] III-3-2