e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
juffertje-in-het-groen spinnenkop: idiosyncr.  spinnekop (Thorn) Juffertje in ¯t groen (nigella damascena). De hemelsblauwe bloemen zijn elk omgeven door een omhulsel van zeer fijn verdeelde bladeren; de kokervruchten zijn tot aan de top aaneen gegroeid (bij de wilde nigelle maar tot de helft) (spinnekop, kobbe, juffer [N 92 (1982)] III-2-1
juffrouw juffrouw: juffrouw (Thorn), jufvrouw (Thorn) hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] III-3-1
jukbeen jukbeen: jukbein (Thorn) Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon). [N 84 (1981)] III-1-1
jumper jumper: jumper (Thorn), vest: vest (Thorn) jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jus, vleesnat saus: saws (Thorn) Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)] III-2-3
juweel juweel: juweel (Thorn), steen: stein (Thorn) een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)] III-1-3
kaak kaak: kāāk (Thorn) kaak [DC 02 (1932)] III-1-1
kaakbeen(rand) raak: raake (Thorn) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] III-1-1
kaakgestel kaak: de kaak (Thorn), kakement: kakement (Thorn) kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar). [N 84 (1981)] III-1-1
kaal (zijn), kaal hoofd buidel: biGGel (Thorn), glibber: glibber (Thorn), kletskop: kletskop (Thorn) kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)] III-1-1