e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lepelrek lepelenrekje: lieepelerékske (Thorn) rekje aan de wand waarin lepels worden bewaard [N 20 (zj)] III-2-1
leraar leraar: leraar (Thorn, ... ) een leerkracht aan een instelling voor voortgezet onderwijs [magister, leraar, regent, leer] [N 90 (1982)] III-3-1
leugen leugen: leuge (Thorn), lèùəge (Thorn) een bewust uitgesproken onwaarheid [foet, lieg, leugen] [N 85 (1981)] III-3-1
leunstoel leunstoel: lø͂ͅnstōl (Thorn), proost: prōͅst (Thorn) leuningstoel [SGV (1914)] III-2-1
levend vlees onder de huid leven, het -: het lééve (Thorn) levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)] III-1-1
lever lever: laever (Thorn) lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] III-1-1
leverbotziekte, distomatose kwabbelziekte: kwabǝlzēkdjǝ (Thorn) Leverbotziekte, veroorzaakt door een platworm die leeft in de galgangen van de lever, vooral van runderen en schapen. [N 52, 31; N 19, 69; N 77, 64; A 48, 46; A 32, 15b] I-12
leverworst leverworst: lèverwoost (Thorn), léverwoost (Thorn), lééverwoost (Thorn) leverworst [N 06 (1960)] || leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)] III-2-3
lichaam lichaam: lichaam (Thorn, ... ) lichaam [N 10 (1961)], [SGV (1914)] III-1-1
lichaamskracht kracht: kracht (Thorn, ... ), macht: macht (Thorn, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4