20547 |
olie |
olie:
oâlie (L374p Thorn),
salade-olie:
slaojôalie (L374p Thorn),
smout:
smauwt (L374p Thorn)
|
olie [SGV (1914)] || olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20701 |
oliebol |
nonnenvot:
nónnevot (L374p Thorn, ...
L374p Thorn),
oliebol:
oliebol (L374p Thorn)
|
In raapolie gebakken ronde koek van meel, krenten en eieren (oliekoek?) [N 16 (1962)] || Oliebol (nonnevot?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19546 |
olielamp |
licht:
løxt (L374p Thorn
[(gewone stallamp)]
)
|
De olielamp die tijdens het inzetten in de oven werd geplaatst. [monogr.]
II-8
|
30614 |
olieverf |
olieverf:
ǭli[verf] (L374p Thorn)
|
Verf waarvan het bindmiddel bestaat uit een drogende olie als lijnolie of papaverolie. Olieverf wordt bereid door verfstof met een tempermes op een wrijfsteen in de olie te wrijven of door olie en verfstof na menging te malen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [S 26; N 67, 23b; monogr.; div.]
II-9
|
17916 |
omarmen |
omarmen:
omerme (L374p Thorn),
umèrme (L374p Thorn)
|
omvatten, Met gestrekte armen ~ (vademen, omvademen, spannen, omarmen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23455 |
omgang van de toren |
rondom de toren:
ròndj òmmen toeëre (L374p Thorn)
|
De omgang, de trans van de toren. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34434 |
omheinde graasplaats |
huiswei:
hūswęi̯ (L374p Thorn)
|
Graasplaats die omheind is, zodat de schapen er niet van af kunnen. De niet omheinde graasplaats (vraag N 78, 31a) kan het open veld zijn, een weiland, de heide, de Peel of een vliegveld. [N 78, 31b]
I-12
|
33664 |
omheinde wei |
afgemaakte wei:
āfgǝmākdjǝ węi̯ (L374p Thorn)
|
Een met prikkeldraad of anderszins afgemaakte wei. Een groot aantal opgaven was wei. Deze opgaven zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. Voor de fonetische documentatie van wei zie men lemma 1.3.6 ɛweiɛ.' [N M, 4b; L 32, 45; monogr.]
I-8
|
33745 |
omheinen |
afmaken:
āfmākǝ (L374p Thorn)
|
Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.]
I-8
|
19711 |
omheining |
tuin:
tūn (L374p Thorn)
|
De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.]
I-8
|