e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onbeschaamd onbeschaamd: onbesjaamjd (Thorn), onbesjaamtj (Thorn) geen schaamtegevoel hebbend [ekstrant, onbeschaamd] [N 85 (1981)] III-3-1
onbevruchte ooi leeg schaap: lē̜x šǭp (Thorn) [N 77, 36] I-12
onbewolkt helder: helder (Thorn), klaar: klaor (Thorn, ... ), klare lucht: klaor locht (Thorn), klaor logt (Thorn) onverduisterd in licht, schijn of glans [helder, klaar, licht] [N 91 (1982)] || wolkenloos, zonder wolken, gezegd van de lucht [uitgekeerd, uitgeklaard, klaar] [N 81 (1980)] III-4-4
onbruikbaar maken, verbruien bederven: bedèrve (Thorn), (van voedsel).  bedèèrve (Thorn), kapot maken: (van gebruiksvoorwerpen).  kapot maake (Thorn), verbruien: (algemeen).  verbruije (Thorn) onbruikbaar maken, zijn waarde doen verliezen [verworden, verdraaien, begaaien, verbruien, bederven, verpeuteren, nonen, verballemonden] [N 91 (1982)] III-4-4
onbruikbare voorraad bocht: bógt (Thorn), bôcht (Thorn), rommel: rómel (Thorn) allerlei slechte en onbruikbare voorraad [breggel, plodder, bocht, bagage] [N 89 (1982)] III-3-1
onder de douche staan pokelen: pōkǝlǝ (Thorn  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Gebruik was dat de mijnwerkers bij het douchen elkaar de rug wasten. Volgens een informant van Q 121 was dit gebruik op de Domaniale mijn na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) door Duitse werknemers ingevoerd. De informant uit Q 12 zegt dat dit gebruik in België niet bestond. Dit laatste wordt echter tegengesproken door de opgaven van Q 3 voor de mijnen Winterslag en Waterschei en L 422 voor de mijn van Eisden! De informant uit L 417 vermeldt daarentegen dat de mijnen Zwartberg en Waterschei aparte douchecellen kenden en dat het gebruik van elkaar de rug wassen daar niet bestond. [N 95A, 4; N 95, 71; monogr.] II-5
ondereinde van de stam boks: WLD  de b‧ooks (Thorn), onderstuk: ideosyncr.  ongerstuik (Thorn) Het dikke uiteinde van de stam, onderaan (voet, kont, gat, kop). [N 82 (1981)] III-4-3
ondergronds ondergronds: oŋǝrgronjs (Thorn  [(Maurits)]   [Emma]), oŋǝrgrons (Thorn  [(Maurits)]   [Maurits]) Beneden in de mijn onder de grond. [N 95, 113; monogr.] II-5
onderhaam onderhaam: oŋǝrhām (Thorn) Twee met elkaar verbonden kussens die het paard onder het haam draagt, als dat te groot is. [N 13, 11; monogr.] I-10
onderhemd stubje: stypkǝ (Thorn  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Het hemd dat onder het flanellen mijnhemd wordt gedragen. Volgens de invuller uit Q 202 mocht dit hemd op de Oranje-Nassaumijnen I, III en IV niet uitgetrokken worden. [N 95, 60 add.] II-5