e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pafferig dik, opgeblazen van lijf opgeblazen (dik): opgeblaoze (Thorn), pafferig (dik): pafferig (Thorn) opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)] III-1-1
paillette paillette (fr.): paljetten (Thorn), polette (Thorn) een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 86 (1981)] III-1-3
pak slaag rammel: rammel (Thorn), schrob: sjruup (Thorn), slaag: slèèg (Thorn), slèèg gèève (Thorn) Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)] || pak slaag geven (batteren, foeksen, foempen, juinen, kletsen, naaien, peren, rossen, smeren, vegen). [N 84 (1981)] III-1-2
pak, kostuum kostuum: kostuum (Thorn), montering: montoering (Thorn), pak: pak (Thorn) kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] III-1-3
paling, aal aal: oal (Thorn, ... ), o͂l (Thorn), geen verschil  ol (Thorn), paling: poaling (Thorn) aal [SGV (1914)] || aal, paling [DC 10 (1941)] || paling [SGV (1914)] III-4-2
palmbosje wis palmen: wès palme (Thorn) Het palmbosje dat op Palmzondag gewijd wordt [palemwösj]. [N 96C (1989)] III-3-3
palmpaas palmpaas: palmpaas (Thorn), palmpasen: palmpaose (Thorn) De versierde en van allerlei lekkerneien voorziene stok waarmee men rondloopt op Palmzondag [palmpaas]. [N 88 (1982)] III-3-2
palmprocessie palmprocessie (<lat.): palmpersessiej (Thorn), palmprocessie (Thorn) De processie die op Palmzondag gehouden wordt, palmprocessie. [N 96C (1989)] III-3-3
palmtakje palmstakje: palmstekske (Thorn), palmtakje: palmtekske (Thorn) Het palmtakje dat men achter het wijwaterbakje steekt om bij ziekte en onweer wijwater mee te sprenkelen [palemteks-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
palmtakjes plaatsen palm steken: palmstaeke (Thorn) Het gebruik om palmtakjes te plaatsen a. in huis, b. in de stallen en in de schuur, c. in de moestuin, d. op de akkers, e. op het graf van een dierbare overledene [korenpalmen, pejmke sjtèke]. Geef met a, b, c, d, e aan waar. [N 96C (1989)] III-3-3