e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

Gevonden: 6288
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezemsteel steel: stēl (Thorn) bezemsteel [RND] III-2-1
bezig bezig: bezig (Thorn) werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)] III-1-4
bezig zijn bezig zijn: bezig zeen (Thorn) werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)] III-1-4
bezoek bezoek: bezeuk (Thorn, ... ) de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)] III-3-1
bezoeken bezoeken: bezeuke (Thorn), op bezoek gaan: op ziekebezeuk gaon (Thorn) een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)] III-3-1
bezoekersbad bad: bad (Thorn  [(Maurits)]   [Eisden]), bezoekersbad: bǝzø̄kǝrsbat (Thorn  [(Maurits)]   [Maurits]) Volgens de informant van Q 15 was het bezoekersbad geen aparte badruimte maar was het een gedeelte van het directie- en hoofdopzichtersbad. Directie en hoofdopzichter hadden een meer private badruimte dan de mijnwerker. Bezoekers werden naar gelang hun status ondergebracht in het meesteropzichters-, opzichters-, meesterhouwers- of ingenieursbad, aldus de informant van Q 113. Dames gingen altijd na het bezoek in het bad van de bedrijfsleiding. [N 95, 70; monogr.] II-5
bezorgd zorgen hebben: zeurg höbbe (Thorn), zərg həbbə (Thorn) ongerust zijn, vol kommer en zorg zijn (d) [betusseld, betimperd, zorg hebben] [N 85 (1981)] III-1-4
bezwaarlijk kwalijk: kwaolik (Thorn) zwaar vallend [bezwaarlijk, kwalijk] [N 85 (1981)] III-1-4
bezwijming flauwte: flauwte (Thorn) Bezwijming: flauwte, onmacht (kwalijkte, kwalijkvaart, zwijm, zwijmel). [N 84 (1981)] III-1-2
bibberen bibberen: bubbere (Thorn, ... ), rijderen: riejere (Thorn, ... ) beven [rijde, ridde, riere, rijgele, rijere] [N 10a (1961)] || bibberen, bibberen [SGV (1914)] III-1-2