20955 |
rot |
rot:
ideosyncr.
rot (L374p Thorn),
WLD
rot (L374p Thorn)
|
Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33534 |
rot, van fruit |
rot:
ideosyncr.
rot (L374p Thorn),
WLD
rot (L374p Thorn)
|
Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)]
I-7
|
22198 |
rotsduif |
rotsduif:
Algemene opmerkingen bij deze vragenlijst:
rots doef (L374p Thorn)
|
Kent U daarin diverse variëteiten of rassen? Welke? Geef naam en eigenschappen. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33901 |
rotstraal |
rotstraal:
rǫtstrǭl (L374p Thorn)
|
Ziekte bestaande in een rotting van de hoornstraal van de hoef, vooral tengevolge van het onhygiënische omstandigheden op stal zoals het langdurig staan in vochtige mest en urine, waardoor de hoeven verweken. Uit de straalgroeve loopt een wit, stinkend vocht. Als de straallederhuid eveneens wordt aangetast, kan kreupelheid optreden. Zie ook het lemma ''straalkanker'' (7.31). Zie afbeelding 15.' [A 48A, 18; N 8, 90l; N 52, 32c; monogr.]
I-9
|
20896 |
rotten |
befronselen:
WLD
befrunsele (L374p Thorn),
verrimpelen:
ideosyncr.
verrumpeldje (L374p Thorn)
|
Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33583 |
rotten, van fruit |
befrunselen:
WLD
befrunsele (L374p Thorn),
verrumpelen:
ideosyncr.
verrumpeldje (L374p Thorn)
|
Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)]
I-7
|
24066 |
rouw dragen |
rouw dragen:
rouw draage (L374p Thorn, ...
L374p Thorn)
|
Rouw dragen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20421 |
rouwbrief |
doodsbrief:
doeëdsbreef (L374p Thorn)
|
De rouwbrief. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24065 |
rouwkrans |
krans:
krans (L374p Thorn)
|
De krans die op de kist wordt gelegd [krants]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20446 |
rouwsluier |
voile:
voeële (L374p Thorn)
|
een rouwsluier, voile, falie [N 96D (1989)]
III-2-2
|