20589 |
tabakssap |
lurken:
lurke (L374p Thorn),
smork:
smurk (L374p Thorn)
|
Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
23255 |
tabernakel |
tabernakel (<lat.):
tabernakel (L374p Thorn, ...
L374p Thorn)
|
Het tabernakel, het rijkversierd kastje (op het hoofdaltaar of op het sacra-mentsaltaar), waarin het Allerheiligste bewaard wordt. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19667 |
tafel |
tafel:
tōͅfəl (L374p Thorn, ...
L374p Thorn)
|
een houten tafel [Roukens 12 (1937)] || tafel [SGV (1914)]
III-2-1
|
23711 |
tafelgebed |
beden voor en na het eten:
baeje vuuer en nao et aete (L374p Thorn)
|
Het tafelgebed vóór en na het eten. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19530 |
tafelmes |
tafelmets:
taofelmets (L374p Thorn)
|
mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)]
III-2-1
|
24494 |
tak (alg.) |
tak:
tak (L374p Thorn),
ideosyncr.
tak (L374p Thorn)
|
Een twee- of meerjarige twijg (tak, spil, tekker). [N 82 (1981)] || tak [SGV (1914)]
III-4-3
|
22591 |
tak die meegenomen werd op de laatste schooldag. |
vakantiemei:
vakantiemeij (L374p Thorn)
|
De tak die meegenomen werd op de laatste schooldag. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20476 |
tak van een geslacht |
familie:
familiej (L374p Thorn)
|
de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
28164 |
takel |
zughub:
zūxhup (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Werktuig waarmee zware voorwerpen kunnen worden opgehesen. De "palan" uit L 417 is een eenvoudige katrol terwijl de "mouflage" een takel met kabel en verschillende draaipunten is die onder meer wordt gebruikt om pantsers op te trekken. De "ruckzuck" (Q 121, Q 121c) en de "racagnac" (L 417) zijn een type takel waarbij het hijsen met behulp van een hefboom gebeurt. De "racagnac" wordt vooral toegepast om stutten op te trekken. De "zeeltog" en de "kettentog" zijn volgens een invuller uit Q 121 te vergelijken met takels die op schepen worden gebruikt. Het feit dat de invullers uit Q 121, L 417 en L 422 op de vraag naar de takel het woordtype "sylvester" hebben opgegeven, duidt erop dat de stijlentrekker ook voor takelwerkzaamheden wordt gebruikt (zie ook het lemma Stijlentrekker). [N 95A, 12; N 95, 760 add.; monogr.; N 95, 592]
II-5
|
24727 |
takken (coll.) |
kroon:
ideosyncr.
kroon (L374p Thorn),
WLD
krôôan (L374p Thorn),
tak (mv.):
tek (L374p Thorn)
|
Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] || takken (mv.) [SGV (1914)]
III-4-3
|