| 21167 |
vervoerbewijs |
kaartje:
kaertje (L374p Thorn),
kéértje (L374p Thorn)
|
het plaatsbewijs voor de bus, trein, tram [kaartje, coupon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 28235 |
vervoergalerij |
afvoer:
āfvø̄r (L374p Thorn
[(Maurits)]
[MS])
|
Galerij die de voet van de pijler met een dwarsgang of een blinde schacht verbindt. Uit de antwoorden en de opmerkingen van een aantal invullers uit Belgisch Limburg (L 422, Q 3, Q 12) blijkt dat de transportgalerij ook een grondgalerij kan zijn. Het monografisch materiaal uit de studies van Vanwonterghem en Defoin is, ook waar het samenstellingen betreft die eerder duiden op een grondgalerij ("voetbaan", "voetgalerij"), om die reden in dit lemma opgenomen. Zie ook het lemma Grondgalerij. [N 95, 377; monogr.; Vwo 255; Vwo 303; Vwo 305; Vwo 662; Vwo 789; Vwo 829; Vwo 838; Vwo 840]
II-5
|
| 19270 |
verwaarlozen |
verwaarlozen:
verwaarlooze (L374p Thorn),
verwaarloze (L374p Thorn)
|
geen zorg voor iets dragen [verbaalmonden, niet tellen, verwaarlozen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18815 |
verwachting |
verwachting:
verwachting (L374p Thorn)
|
het wachten op iets, meestal op iets positiefs [lous, loos, verwachting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 20171 |
verwantschap |
familie:
fami.lie (L374p Thorn),
verwantschap:
verwanjtsjap (L374p Thorn)
|
het verwant-zijn, de familiebetrekkingen, de verwantschap [parentatie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
| 19779 |
verwarmen, stoken |
stoken:
stoikə (L374p Thorn)
|
stoken [DC 35 (1963)]
III-2-1
|
| 24497 |
verwelken |
verslakkeren:
ideosyncr.
verslakkere (L374p Thorn),
WLD
verslakkere (L374p Thorn),
verwelken:
ideosyncr.
verwelke (L374p Thorn)
|
Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 24555 |
verwelkt |
verflensd:
ideosyncr.
verflensdje (L374p Thorn),
verslakkerd:
WLD
verslakkertj (L374p Thorn),
verwelkt:
ideosyncr.
verwelkdje (L374p Thorn)
|
Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)] || Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 20304 |
verwend kindje |
bedorven:
bedorve (L374p Thorn),
verwende aap:
eine verwindjen aap (L374p Thorn)
|
een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
| 21795 |
verwensen |
verwensen:
verwinse (L374p Thorn, ...
L374p Thorn)
|
iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|