24283 |
zanglijster, lijster |
fransmannetje:
fransmenke (L374p Thorn),
fransmènke (L374p Thorn),
lijster:
liester (L374p Thorn, ...
L374p Thorn)
|
lijster [SGV (1914)] || zanglijster || zanglijster (22,5 bekend; gelige, gestippelde borst en buik; broedt in grote parken en bossen; ook trekvogel; nest is van binnen glad en bruin; roep [tsp]; luide roepende zang [N 09 (1961)]
III-4-1
|
21403 |
zaniken, zeuren |
zagen:
zèège (L374p Thorn),
zaniken:
zanike (L374p Thorn, ...
L374p Thorn),
zanikke (L374p Thorn),
zeiken:
zeuke (L374p Thorn),
zeuren:
zeure (L374p Thorn)
|
langdurig of telkens op dezelfde toon of lastige manier over iets spreken, bijv. om zich te beklagen [zeuren, zaniken, zemelen, nijnaaien, merelen, nosteren, memmen, melken, naaien, moesjanken] [N 87 (1981)] || steeds over een vervelende wijze over iets spreken [semmelen, zeveren, zagen, zemelen, zeuren, zaniken] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
24938 |
zavel, lichte klei |
zavel:
zaovel (L374p Thorn)
|
zand met klei, beekbezinking [zavel] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20164 |
zedelijk slecht meisje |
loeder:
loeder (L374p Thorn),
slet:
slet (L374p Thorn)
|
een zedelijk slecht meisje [wiender, loeder, loopster, kit, duivin, lellebel, sloerie, wats, flauwtoet] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
23614 |
zedenpreek |
zedenpreek:
zedepraek (L374p Thorn)
|
Een zedenpreek, vermanende zedenles, sermoen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18972 |
zedig |
zedig:
zedig (L374p Thorn, ...
L374p Thorn)
|
Zedig. [N 96D (1989)] || zich strikt houdend binnen de grenzen van het zedelijk geoorloofde [stil, zedig] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-3
|
23957 |
zedigheid |
zedigheid:
zedigheid (L374p Thorn)
|
Zedigheid. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19560 |
zeef |
zeef:
zeef (L374p Thorn, ...
L374p Thorn)
|
zeef [SGV (1914)] || zeef in het algemeen [N 20 (zj)]
III-2-1
|
33225 |
zeef van de aardappelsorteermachine, algemeen |
zeef:
zēf (L374p Thorn
[(mv zēvǝr)]
)
|
In dit lemma staan de algemene benamingen voor de zeef in de sorteermachine bijeen. Voor zover er (lexicaal onderscheiden) aparte benamingen zijn voor de specifieke zeven, zijn deze in de drie volgende lemmata verwerkt. Vaak is het meervoud opgegeven: de zeven van de sorteermachine. [N 12, 34d]
I-5
|
24400 |
zeelt |
louw:
WLD
loe (L374p Thorn)
|
Hoe noemt u de zeelt: het lichaam is gedrongen, een beetje zijdelings samengedrukt. De huid is dik en slijmerig met kleine verborgen schubben, de bek is klein met vlezige lippen en heeft voeldraad in iedere mondhoek. De rugvin is hoog en evenals andere vi [N 83 (1981)]
III-4-2
|