18551 |
broekzak achter |
achtertas:
achtertes (L374p Thorn)
|
zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18549 |
broekzak opzij |
boksentas:
boksetes (L374p Thorn)
|
broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20335 |
broer |
broer:
broor (L374p Thorn, ...
L374p Thorn,
L374p Thorn,
L374p Thorn,
L374p Thorn,
L374p Thorn)
|
broeder [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] || broer [DC 03 (1934)] || broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn zuster twintig jaar; volw. [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
24307 |
brommen, zoemen van een insect |
brommen:
bròmme (L374p Thorn)
|
brommen [SGV (1914)]
III-4-2
|
24948 |
bron |
bron:
bron (L374p Thorn, ...
L374p Thorn),
sprong:
sprøŋk (L374p Thorn),
wel:
ein wel (L374p Thorn)
|
bron, natuurlijke opening in de grond waar water uit de grond opwelt [kwel, wel] [N 81 (1980)] || Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I]
I-8, III-4-4
|
34342 |
bronstig |
breustig:
brø̄stex (L374p Thorn)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.]
I-12
|
34141 |
bronstig op andere koeien springen |
riggelen:
regǝlǝ (L374p Thorn)
|
[N 3A, 9b]
I-11
|
33864 |
bronstig, van merries |
hengstig:
heŋstex (L374p Thorn)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van merries. Een hengstige merrie reageert op de aanwezigheid van de hengst met het optillen van de staart. Ze neemt herhaaldelijk een urirende houding aan, waarbij kleine hoeveelheden urine worden geloosd, terwijl de clitorisch ritmisch naar buiten wordt geperst. Bij de afwezigheid van de hengst zijn deze symptomen minder duidelijk of soms geheel afwezig. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 8, 42a en 44; N 8A, 2; monogr.]
I-9
|
33865 |
bronsttijd |
teugheid:
teugheid (L374p Thorn)
|
Het antwoord op deze vraag leverde meestal adjectieven met de betekenis "bronstig" op. Deze zijn overgeheveld naar het vorige lemma. [N 8, 44]
I-9
|
20769 |
brood |
brood:
broid (L374p Thorn),
brôêt (L374p Thorn)
|
brood [DC 03 (1934)], [RND]
III-2-3
|