21118 |
bundel groenten |
bussel:
ideosyncr.
bussel (L374p Thorn),
WLD
bössel (L374p Thorn)
|
Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
25058 |
bundel, bussel |
pongel:
pungel (L374p Thorn)
|
bundel [SGV (1914)]
III-4-4
|
25251 |
bunder, maat van 10.000 m2 (hectare) |
bunder:
boonder (L374p Thorn, ...
L374p Thorn),
hectare:
ein hektaar (L374p Thorn),
hectaar (L374p Thorn)
|
bunder [SGV (1914)] || de maat die een oppervlakte aangeeft van 10.000 vierkante meter [bunder, hond, hectare] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
27711 |
bunkerruimte |
bunker:
bøŋkǝr (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
Bunker waarin bijvoorbeeld kolen (Q 121, Q 121c) of cokes (L 426) kunnen worden opgeslagen. [N 95, 108; monogr.]
II-5
|
24459 |
bunzing |
bunzing:
bunzing (L374p Thorn),
fis:
vis (L374p Thorn, ...
L374p Thorn)
|
bunzing [DC 07 (1939)], [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)]
III-4-2
|
21703 |
buren (ww.?) |
nabuur:
naober (L374p Thorn, ...
L374p Thorn)
|
buurman zijn van iemand [noberen, geburen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22489 |
burenovertrek |
verhuizen:
verhoeze (L374p Thorn)
|
Het gebruik dat bij een verhuizing het gezin op versierde wagens naar de nieuwe woning gebracht werd. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21507 |
burgemeester |
burgemeester:
burgemeister (L374p Thorn),
ps. letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft (dus met een \\ ertussen!).
bərgemeister (L374p Thorn)
|
het wettelijk hoofd/de vertegenwoordiger van een gemeente [burgemeester, burger, burgmeester] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21245 |
bus |
bus:
bus (L374p Thorn)
|
bus: Wij moeten ons haasten om de - te halen [DC 27 (1955)]
III-3-1
|
21303 |
buskruit |
buskruit:
buskroet (L374p Thorn),
kruit:
kroet (L374p Thorn),
pulver (<lat.):
polfer (L374p Thorn)
|
licht ontbrandbaar, ontplofbaar mengsel dat o.a. gebruikt wordt voor het afschieten van vuurwapens [buskruit, kruit, poeder] [N 90 (1982)]
III-3-1
|