e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

Gevonden: 6288
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de kerkgang uitzegenen uitzengelen: oetzaengele (Thorn) Het "uitzegenen"bij gelegenheid van de kerkgang [oeszeëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de kleiwand afsteken afsteken: āfštē̜kǝ (Thorn) De wand van de kleikuil afsteken. [monogr.] II-8
de kleiwand uithollen onderhouden: ǫŋǝrhōǝdǝ (Thorn) De wand van de kleikuil uithollen. [monogr.] II-8
de kruisweg bidden de kruisweg beden: kruutswaeg baeje (Thorn) De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de lucht stuwen of blazen blazen: blǭzǝ (Thorn  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Zie de toelichting bij het lemma Luchtstroom. [N 95, 222] II-5
de luchtkokertoer verlengen verlengen: vǝrlɛŋǝ (Thorn  [(Maurits)]   [Maurits]) De luchtkokerleiding verlengen met een of meer luchtkokers, bijvoorbeeld bij de aanleg van een nieuwe steengang of galerij. [N 95, 861] II-5
de mei vieren de mei vieren: de mei veere (Thorn) De tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag. [N 88 (1982)] III-3-2
de melk inhouden ophouden: ǫphǭjǝ (Thorn) Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.] I-11
de merrie dekken dekken: dɛkǝ (Thorn) Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b] I-9
de merrie is niet drachtig gust: gø̜st (Thorn) [N 8, 48 en 49] I-9