e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hermelijn hermelijn: hermelien (Tienray) hermelijn III-4-2
herstemmen opnieuw stemmen: Opm. opnij: invuller noteert hier een i + j (en geen "ij").  opnij stemme (Tienray) opnieuw stemmen als er bij de eerste stemming geen beslissing valt [balloteren] [N 90 (1982)] III-3-1
hert, ree ree: rieë (Tienray, ... ) ree || Ree, zonder onderscheid van geslacht [N 94 (1983)] III-4-2
het doopwater wijden op paaszaterdag vontwater halen: vintwater hale (Tienray) Het gebruik om op Paaszaterdag het doopwater te wijden en wijwater te halen. [N 96C (1989)] III-3-3
het heilig hartbeeld laten introniseren intronisatie (<fr.): intronizatie (Tienray) Een beeld van het H.Hart in het huisgezin laten introniseren, d.w.z. plechtig een ereplaats geven, door een parochiegeestelijke, wanneer die op huisbezoek komt. [N 96B (1989)] III-3-3
het heilig oliesel ontvangen heilige olie krijgen: h. ollie kriege (Tienray) Het H. Oliesel ontvangen. [N 96D (1989)] III-3-3
het heilig oliesel toedienen bedienen: bediene (Tienray) Het H. Oliesel toedienen. [N 96D (1989)] III-3-3
het land aftreden aftrappen: áftrapǝ (Tienray), bouwen: bǫu̯ǝ (Tienray) Voordat men begint te ploegen, schrijdt men de akker langs twee tegenover elkaar gelegen zijden af, a) om het midden te bepalen als men bijeen gaat ploegen, b) om hem in gelijke stukken te verdelen, als men in panden gaat ploegen, c) om de vooraf of achteraf te ploegen hoek uit te zetten, als het een gerende akker betreft. De opgesomde termen, die alle "het land", "de akker", "de plak" e.d. als object veronderstellen, zijn ook toepasselijk op het schrijdend opmeten van het land in het algemeen. [N 11, 40; N 11A, 131a; JG 1a + lb; monogr.] I-1
het misboek omdragen het boek omdragen: et boek umdrage (Tienray) Het misboek omdragen, van de epistel- naar de evangeliezijde van het altaar brengen. [N 96B (1989)] III-3-3
het orgel trappen de orgel treden: dən øͅrgəl treͅjə (Tienray) Het orgel treden of trappen, de blaasbalg tredend met lucht vullen en gevuld houden. [N 96B (1989)] III-3-3