24458 |
hermelijn |
hermelijn:
hermelien (L245b Tienray)
|
hermelijn
III-4-2
|
21713 |
herstemmen |
opnieuw stemmen:
Opm. opnij: invuller noteert hier een i + j (en geen "ij").
opnij stemme (L245b Tienray)
|
opnieuw stemmen als er bij de eerste stemming geen beslissing valt [balloteren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24321 |
hert, ree |
ree:
rieë (L245b Tienray, ...
L245b Tienray)
|
ree || Ree, zonder onderscheid van geslacht [N 94 (1983)]
III-4-2
|
23802 |
het doopwater wijden op paaszaterdag |
vontwater halen:
vintwater hale (L245b Tienray)
|
Het gebruik om op Paaszaterdag het doopwater te wijden en wijwater te halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23742 |
het heilig hartbeeld laten introniseren |
intronisatie (<fr.):
intronizatie (L245b Tienray)
|
Een beeld van het H.Hart in het huisgezin laten introniseren, d.w.z. plechtig een ereplaats geven, door een parochiegeestelijke, wanneer die op huisbezoek komt. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23990 |
het heilig oliesel ontvangen |
heilige olie krijgen:
h. ollie kriege (L245b Tienray)
|
Het H. Oliesel ontvangen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24058 |
het heilig oliesel toedienen |
bedienen:
bediene (L245b Tienray)
|
Het H. Oliesel toedienen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
32689 |
het land aftreden |
aftrappen:
áftrapǝ (L245b Tienray),
bouwen:
bǫu̯ǝ (L245b Tienray)
|
Voordat men begint te ploegen, schrijdt men de akker langs twee tegenover elkaar gelegen zijden af, a) om het midden te bepalen als men bijeen gaat ploegen, b) om hem in gelijke stukken te verdelen, als men in panden gaat ploegen, c) om de vooraf of achteraf te ploegen hoek uit te zetten, als het een gerende akker betreft. De opgesomde termen, die alle "het land", "de akker", "de plak" e.d. als object veronderstellen, zijn ook toepasselijk op het schrijdend opmeten van het land in het algemeen. [N 11, 40; N 11A, 131a; JG 1a + lb; monogr.]
I-1
|
23609 |
het misboek omdragen |
het boek omdragen:
et boek umdrage (L245b Tienray)
|
Het misboek omdragen, van de epistel- naar de evangeliezijde van het altaar brengen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23573 |
het orgel trappen |
de orgel treden:
dən øͅrgəl treͅjə (L245b Tienray)
|
Het orgel treden of trappen, de blaasbalg tredend met lucht vullen en gevuld houden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|