25337 |
aftrappen |
afpassen met de voet, aftreden:
aftrappe (L216p Oirlo),
ààftràppə (L432p Susteren),
(= bij kinderspel om wie het eerste aan de beurt was: eind van elkaar staan, beurtelings de ene voet pal voor de andere zetten. Afstand steeds kleiner. Wie het gat dichtmaakt wint. Hele en halve voeten, ook de punten van schoenen of klompen).
aftrappe (L245b Tienray),
het land aftreden:
áftrapǝ (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
kwaad weglopen:
àftràpə (P047p Loksbergen),
uitmaken wie mag beginnen:
Twee kinderen gaan een onbeperkt aantal meters van elkaar af staan. Om beurten plaatsen zij demet schoen of klomp geschoeide voet voor de ander. Zo naderen zij elkaar. Ze kunnen ook hun voet dwars zetten, of de punt van hun voet gebruiken. Wie heet "gat"met de hele voet, de dwars geplaatste voet of met de punt dicht maakt is de winnaar en mag het eerst uit de meespelenden een keuze doen om zo twee partijen te vormen, of hij mag het spel beginnen.
áftrappe (L217p Meerlo, ...
L214p Wanssum),
wegsnijden:
aftrappen (Q003p Genk)
I-1, II-7, III-1-4, III-3-2, III-4-4
|
|