e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hondsviooltje viooltje: ± Veldeke  viöltje (Tienray) Hondsviooltje, 5 tot 35 cm groot. De stengels zijn liggend of opstijgend; de bladeren alleen aan de stengels, en hebben ongevleugelde stelen. De bladeren zijn eivormig-langwerpig, meestal met hartvormige voet; de steunblaadjes zijn klein en getand; de blo [N 92 (1982)] III-4-3
honing honing: honeŋ (Tienray) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6
hont, maat van 196 vierkante meter of 14 roeden morgen: = 3 roeie.  merge (Tienray) de maat die een oppervlakte aangeeft van 196 vierkante meter, dat is 14 roeden (zie vraag 111) [hont] [N 91 (1982)] III-4-4
hoofdaltaar hoofdaltaar: hoeefaltaor (Tienray) Het voornaamste altaar, midden in het priesterkoor [hoogaltaar, hoofdaltaar, hoopaltooër?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hoofdkaas persvlees: pars˃vleͅi̯s (Tienray) hoofdkaas III-2-3
hoofdpijn koppijn: koppien (Tienray) hoofdpijn [DC 27 (1955)] III-1-2
hoofdwortel pin: Veldeke aangepast  pin (Tienray), pinwortel: Veldeke aangepast  pinwortel (Tienray) De hoofdwortel van een boom die in het verlengde van de stam ligt en die sterk in de diepte groeit (pen, pin, penwortel). [N 82 (1981)] III-4-3
hoogdag hoge dag: hoeëgendaag (Tienray) Een hoge kerkelijke feestdag [hoogdag, hoogtijd]. [N 96C (1989)] III-3-3
hoogmis hoogmis: hommes (Tienray) De hoogmis [hoeëmès, hoegmès, hómmes?]. [N 96B (1989)] III-3-3
hooi hooi: hø̜̄i̯ (Tienray) Gemaaid en op het veld drogend of gedroogd gras. In de klankkaart is de klankkleur (eerst velair, dan palataal) en de lengte van de klinker aangegeven; korte klinkers hebben een toevoeging aan het symbool. De aan- en afwezigheid van de j-klank is niet in kaart gebracht, maar uit de varianten in het lemma zelf af te lezen; per aangegeven klankkleur en lengte staan steeds de diftongen vooraan. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in kaart gebracht. [N 7, 58; N 14, 88b en 128a; JG 1a, 1b; A 10, 17 en 20; A 16, 1-4; L 1 a-m; L 27, 17; L 34, 70; L 38, 35-36; RND 122; Wi 52; S 14; R (s] I-3