e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huismus, mus korenpikker: korrepikker (Tienray), korenvreter: kòrevrèter (Tienray), mus: mus (Tienray) Hoe heet de huismusch? [DC 06 (1938)] || huismus || mus (in het bijzonder) III-4-1
huisvlieg, vlieg gatvlieg: gatvlīēg (Tienray), vlieg: vlieg (Tienray), vlīēg (Tienray) vlieg || vlieg, huisvlieg [DC 18 (1950)] || vlieg, soort III-4-2
huisweide bleek: voor het bleken van de was; anders gazon  bleik (Tienray), groes: grūs (Tienray) Onderhouden grasveld (bleek, gazon, gruis) [N 79 (1979)] I-7
huiszegen huiszegen: huszegen (Tienray) De Huiszegen, d.w.z. een ingelijste afbeelding van O.L. Heer aan het kruis, waaronder enkele gebeden, of een tekstplaat in sierschrift, waarop een gebed over huis en bewoners of een uit Rome ontvangen plaat waarop de afbeelding van de paus, vermelding van [N 96B (1989)] III-3-3
hulp vragen vragen om te helpen: vrâôge um te helpe (Tienray) iemand vragen te helpen [genaden] [N 85 (1981)] III-3-1
hulp, bijstand hulp: hölp (Tienray, ... ) de ondersteuning die men iemand geeft om zijn werk af te maken [hulp, genade] [N 85 (1981)] || hulp III-1-4
hulst hulst: Veldeke aangepast  hulst (Tienray) De altijdgroene heester met stijve, stekelpuntige, glimmende bladeren, witte bloemen en rode bessen; hulst (heukel, velst, ulster, prikblad). [N 82 (1981)] III-4-3
huppelen huppelen: huppele (Tienray) Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen). [N 84 (1981)] III-1-2
hutselen schudden: schudde (Tienray) Schudden van het geld voordat men het opgooit [hutselen, uteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
huurpenning huurpenning: [beïnvloeding door suggesties "huurpenning [...] worrel, weerder"in de vraagstelling]  huurpenning (Tienray) het geld dat de koper, of huurder contant ontvangt om de overeenkomst te bevestigen [huurpenning, godspenning, handpenning, worrel, weerder] [N 89 (1982)] III-3-1