e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijzeren gaffel, oogstgaffel gavel: gāvǝl (Tienray), hooigaffel: [hooi]gafǝl (Tienray), opsteekgavel: opstē̜k˲gāvǝl (Tienray) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
illustratie prentje: prīntje (Tienray) een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke] [N 90 (1982)] III-3-1
in alle haast hapsnap: hapsnap (Tienray) in heel grote haast [hap, snap] [N 85 (1981)] III-1-4
in beslag nemen / beslag leggen op in beslag nemen: ien beslag neme (Tienray) het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)] III-3-1
in beweging komen beginnen te bewegen: beginne te bewège (Tienray) beweging, In ~ komen (meutelen). [N 84 (1981)] III-1-2
in de doodskist leggen in de kist leggen: ien de kiest legge (Tienray), kisten: (vroegere benaming). uitdrukking: laot ow nie kieste.  kieste (Tienray) een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 87 (1981)] III-2-2
in de rug slaan (met de vuist) doffen: doefe (Tienray) slaan, Met een vuist in de rug ~ (doffen). [N 84 (1981)] III-1-2
in de tuin werken hoven: hø͂ͅvə (Tienray), in de hof werken: ien d’n haof werke (Tienray) Een tuin verzorgen (in de hof werken, hovenieren, hoven) [N 79 (1979)] || tuinieren III-2-1
in duigen vallen verraten: vǝrrājǝ (Tienray) Gezegd van een vat dat in stukken uiteenvalt als gevolg van het losraken van duigen en banden. [monogr.] II-12
in lompen gekleed schamel: schemmel (Tienray) in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)] III-1-3