e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lepel lepel: lēͅpəl (Tienray) lepel III-2-1
lepelrek lepelrek: lēͅpəlrɛk (Tienray) lepelrek III-2-1
leraar leraar: lieëraar (Tienray) een leerkracht aan een instelling voor voortgezet onderwijs [magister, leraar, regent, leer] [N 90 (1982)] III-3-1
leugen leugen: leuge (Tienray) een bewust uitgesproken onwaarheid [foet, lieg, leugen] [N 85 (1981)] III-3-1
leunstoel proost: prōst (Tienray), zorg: zörg (Tienray), zøͅrx (Tienray) Een leunstoel met een hoge brede rug, waaraan soms zijstukken zijn aangebracht (zorg, zorgstoel, zetel) [N 79 (1979)] || leunstoel III-2-1
leverworst leverworst: lèèverwòòrs(t) (Tienray), lever, boekweitmeel, tarwebloem, bröj  lèèverwaorst (Tienray) leverworst [N 06 (1960)] || leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)] III-2-3
libel en waterjuffer papegaai: papagaai (Tienray), tweedekker: tewé dekker (Tienray) libel, alg. [DC 27 (1955)] || libel, glazenmaker III-4-2
lichtgeraakt, kregel driftig: driftig (Tienray), knibbig: knebbig (Tienray), knibbig (Tienray) kribbig || spoedig boos of driftig wordend [krikkelig, nippig, kregel, kriel, oplopig] [N 85 (1981)] III-1-4
lied, liedje lied: e(n) liit (Tienray), liedje: lii(ch)es (Tienray) lied [GTRP (1980-1995)] || liedje [GTRP (1980-1995)] III-3-2
liefkozen aaien: aaie (Tienray), fommelen: foemele (Tienray), knoefelen: knōēvele (Tienray) knuffelen || liefkozend knuffelen, tasten, bevoelen || zijn liefde of genegenheid kenbaar maken door iemand te strelen of aan te halen [koekelen, fikfakken] [N 85 (1981)] III-1-4