19957 |
poort |
poort:
pǫrt (L245b Tienray)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
33796 |
poot |
poot:
puǝt (L245b Tienray)
|
[N 76, 12]
I-12
|
33172 |
pootgoed, pootaardappelen |
poter:
pø̜tǝr (L245b Tienray)
|
Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22]
I-5
|
22806 |
pop |
pop:
em pop (L245b Tienray)
|
pop [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
24490 |
populier (alg.) |
populier:
Veldeke aangepast
populier (L245b Tienray)
|
De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20082 |
porseleinbloempje |
schildersverdriet:
± Veldeke
schildersverdriet (L245b Tienray)
|
Porselein bloempje (saxifraga umbrosa). Het porselein bloempje, ook Judastranen geheten, doet dienst als dankbaar zaadplantje in niet al te natte en donkere tuinen, dat bij ons goed voort wil, maar bij strenge vorst, zonder sneeuwbedekking, meestal afster [N 92 (1982)]
III-2-1
|
19838 |
portaal |
portaal:
poͅrtōͅl (L245b Tienray)
|
portaal
III-2-1
|
21482 |
portefeuille |
portefeuille (fr.):
portefullie (L245b Tienray)
|
de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24365 |
pos |
jood:
jud (L245b Tienray)
|
witvisje
III-4-2
|
21203 |
postbode |
brievendrager:
Opm. is vroegere benaming.
brievendrèger (L245b Tienray),
post:
pōst (L245b Tienray)
|
de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)]
III-3-1
|