33272 |
raapzaadolie |
bomolie:
bǫmǫli (L245b Tienray)
|
De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
19057 |
raar, vreemd |
aardig:
arig (L245b Tienray),
vreemd:
vremd (L245b Tienray, ...
L245b Tienray)
|
raar || vreemd || vreemd: Hoe luidt in uw dialect het woord - [DC 19 (1951)]
III-1-4
|
21361 |
raaskallen |
bazelen:
bazele (L245b Tienray),
lullen:
lulle (L245b Tienray)
|
onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
28447 |
raat |
raat:
rǭt (L245b Tienray)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
19224 |
raden |
raden:
(ao: lang).
rāōje (L245b Tienray),
met lengteteken op de ä en ö
räöje (L245b Tienray)
|
raden [N 07 (1961)] || raden, raad geven
III-1-4, III-3-2
|
33577 |
radijs |
radijs:
radies (L245b Tienray)
|
I-7
|
21209 |
radio |
radio:
radio (L245b Tienray)
|
een radio-ontvangtoestel [radio] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18167 |
rafel |
dreumel:
D.i. ook een scheldnaam voor de inwoners van Horst.
dreumel (L245b Tienray)
|
Hoe noemt men de losse draden, die uit een weefsel loslaten? (Nederl. rafels) [DC 31 (1959)]
III-1-3
|
18168 |
rafelen |
rafelen:
rafelen (L245b Tienray)
|
aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, raffelen, reffelen, riefelen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
19576 |
ragebol |
spinnenjager:
spenəjɛ̄gər (L245b Tienray)
|
raagbol
III-2-1
|