e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rails rails (<eng.): rils (Tienray) de staven waarop een trein loopt [rails, riels, riggels] [N 90 (1982)] III-3-1
ramen lappen zemen: ziəmə (Tienray) zemen III-2-1
rammelaar rammel: remmel (Tienray), rammelaar: rammeler (Tienray) Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] || mannetje v haas of konijn III-2-1, III-3-2
rammelen rammelen: rammele (Tienray) een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)] III-4-4
rank rank: rang (Tienray), Veldeke aangepast  rānk (Tienray) rank || Stengel met bladeren, bloemen, etc. die in zichzelf niet voldoende stevigheid bezit om overeind te staan, vooral van klimplanten (reng, rank, rene, tak). [N 82 (1981)] III-4-3
ranken van de wingerd rank: rang (Tienray) I-7
ranzig garst: garst (Tienray), garst spek: ranzig spek  garst (Tienray) ranzig || ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)] III-2-3
rapen omrapen: ømrāpǝ (Tienray) De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d] I-5
rasp muskaatrijf: bəsxōͅtrif (Tienray) rasp om muskaatnoten te raspen III-2-1
raspen raspen: rààspe (Tienray, ... ), rijven: rīvə (Tienray) raspen || raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)] III-2-1, III-2-3