| 19238 |
bewerkelijk (zijn) |
omslachtig:
ps. invuller twijfelt over het antwoord.
umslachtig ? (L245b Tienray)
|
niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 23560 |
bewieroken |
wieroken:
wiereke (L245b Tienray)
|
Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 25107 |
bewolkte lucht |
betrokken lucht:
de looch is betrokken, ge ziet gen ster (L245b Tienray)
|
Hoe zegt men in uw dialect: De lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [DC 30 (1958)]
III-4-4
|
| 18839 |
bezadigd |
doodbedaard:
doeëdbedaard (L245b Tienray),
doodgemoedereerd:
doeëdgemoedereerd (L245b Tienray)
|
zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 19613 |
bezem |
bezem:
bɛsəm (L245b Tienray)
|
bezem
III-2-1
|
| 19302 |
bezig |
bezig:
bezig (L245b Tienray)
|
werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 21299 |
bezoek |
bezoek:
bezuuk (L245b Tienray),
visite (fr.):
Zo wordt het tegenwoordig vaak genoemd.
vieziet (L245b Tienray)
|
de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 21509 |
bezoeken |
bezoeken:
bezuke (L245b Tienray)
|
een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 18827 |
bezorgd |
bezwaard:
bezwāōrd (L245b Tienray),
zorgen hebben:
zörg hebbe (L245b Tienray)
|
bekommerd, bezorgd || ongerust zijn, vol kommer en zorg zijn (d) [betusseld, betimperd, zorg hebben] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18009 |
bezwijming |
flauwte:
Soms wordt flauwte gebruikt in navolging van het Nederlands.
flauwte (L245b Tienray)
|
Bezwijming: flauwte, onmacht (kwalijkte, kwalijkvaart, zwijm, zwijmel). [N 84 (1981)]
III-1-2
|