21292 |
ruzie |
actie:
(verouderd).
actie (L245b Tienray),
ruzie:
ruzie (L245b Tienray)
|
een luidruchtige woordenstrijd, onenigheid die door praten of schreeuwen tot uitdrukking komt [ruzie, ravelleke, poepelderij, kadij, twist, ruzing, kerwel, actie, piekenpoek] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21291 |
ruzie maken |
kekelen:
kèkele (L245b Tienray)
|
ruzie maken [kakelen, puken] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
34445 |
saanengeit |
saanengeit:
zānǝgęi̯t (L245b Tienray)
|
[N 77, 70; monogr.]
I-12
|
23423 |
sacramentsaltaar |
sacramentsaltaar:
sakramentsaltaor (L245b Tienray)
|
Het sacramentsaltaar (in grote kerken), een afzonderlijk altaar waarop zich het tabernakel met de H. Hosties bevindt. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23812 |
sacramentsdag |
sacramentsdag:
sakkremèèntsdaag (L245b Tienray)
|
Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23288 |
sacramentsprocessie |
sacramentsprocessie (<lat.):
sakkremèèntsprocessie (L245b Tienray)
|
De processie die op Sacramentsdag wordt gehouden: Sacramentsprocessie, grote processie. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23321 |
sacristie |
gerfkamer:
ouder voor sakersti-j
gerfkamer (L245b Tienray),
sacristie:
sakersti-j (L245b Tienray)
|
Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24746 |
salomonszegel |
salomonszegel:
± Veldeke Nederl. naam
Salomonszegel (L245b Tienray)
|
Salomonszegel (polygonatum officinalis). Een 20 tot 50 cm grote plant met een dikke, witte wortelstok; de bladeren zijn verspreid, langwerpig ovaal; de bloemen groeien in trosjes van 1 of 2 bij elkaar, zelden meer, gesteeld, smal klokvormig, wit met groen [N 92 (1982)]
III-4-3
|
21332 |
samenspannen |
samenspannen:
samespanne (L245b Tienray)
|
samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23642 |
sanctus |
sanctus (lat.):
sanctus (L245b Tienray)
|
Het (vaste) misgezang dat op de prefatie volgt, het sanctus. [N 96B (1989)]
III-3-3
|