19308 |
stiekem |
gewichtig:
gewichtig (L245b Tienray),
stiekem:
stiekem (L245b Tienray, ...
L245b Tienray)
|
boosaardige streken in het geheim bedrijvend [heimelijk, geniepig, gniep, stiekem] [N 85 (1981)] || heimelijk, stiekem, in het geniep [stilles] [N 07 (1961)] || niet laten blijken dat iets bekend is of plaats vindt, in het geheim dingen doend [stiekem, heimelijk, tersmuiks] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19327 |
stijfkop |
stijfkop:
stiefkop (L245b Tienray),
strekel:
strekel (L245b Tienray),
warskop:
werskop (L245b Tienray)
|
iemand die zeer koppig is, die niet graag ongelijk toegeeft [stijfkop, werskop, stijloor, strekel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19328 |
stijfkoppig |
wars:
wers (L245b Tienray)
|
niet gemakkelijk te bewegen een houding of opvatting te laten varen of ongelijk te bekennen, zeer koppig [stug, wers] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19641 |
stijfsel |
stijf:
stīf (L245b Tienray)
|
stijfsel
III-2-1
|
18014 |
stikken |
stikken:
stikke (L245b Tienray)
|
Stikken, sterven door ademgebrek (stikken). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23883 |
stille omgang |
stille omgang:
stillen umgang (L245b Tienray)
|
De Stille Omgang naar Amsterdam. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
17738 |
stinken |
stinken:
stînke (L245b Tienray)
|
Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
19708 |
stoel |
stoel:
stūl (L245b Tienray)
|
stoel
III-2-1
|
23437 |
stoelen op het priesterkoor |
koorstoelen:
koeerstuul (L245b Tienray)
|
De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19430 |
stof afnemen |
stoffen:
stóffe (L245b Tienray)
|
Stof afnemen (stoffen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|