e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tak (alg.) tak: Veldeke aangepast  tak (Tienray) Een twee- of meerjarige twijg (tak, spil, tekker). [N 82 (1981)] III-4-3
tak van een geslacht familie: familie (Tienray) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2
takken (coll.) kroon: Veldeke aangepast  kroeën (Tienray) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] III-4-3
takken krijgen tak (mv.) krijgen: Veldeke aangepast  täk krīēge (Tienray) Takken krijgen, gezegd van een boom (takken). [N 82 (1981)] III-4-3
tanden poetsen tanden poetsen: Vgl. SGV-enquête (L 246), blz. 37: tanden (mv.), tand [ev. = mv.]  poets ik mien tand (Tienray) Elke avond poets ik mijn tanden. [DC 64 (1989)] III-1-3
tanden van een riek tanden: tant (Tienray) Van de opgesomde termen zijn de niet-samengestelde meestal ook toepasselijk op de tanden van de mesthaak en van de hooivork. Voor het aantal tanden dat een riek kan hebben, zie men het vorige lemma. [N 11A, 13b + 17b; div.; monogr.] I-1
tandenborstel tandenborstel: tandenbörstel (Tienray) Tandenborstel [DC 64 (1989)] III-1-3
tandpasta tandpasta: tandpasta (Tienray) Tandpasta [DC 64 (1989)] III-1-3
tandpijn tandpijn: tandpien (Tienray) kiespijn [DC 27 (1955)] III-1-2
tante mui: zelden; cf. WNT s.v. "mui (II)". Zie moei  mūī-j (Tienray), tant: neen  tāānt (Tienray) tante; Bestaan er verschillende woorden voor een tante van vaders- en van moederskant? [DC 05 (1937)] III-2-2