e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vliegezwam vliegezwam: ± Veldeke uit Ned.  vliegezwam (Tienray) Vliegenzwam: een giftige paddestoel met een melkblanke steel, een helrode tot oranje hoed met witte schubjes, een kraag om de steel en een gerande knol; insekten sterven als zij erop gaan zitten (vliegendood, vliegenkampernoelie, duivelskers). [N 92 (1982)] III-4-3
vliegtuig vlieger: vlīēger (Tienray) het toestel waarmee men kan vliegen [vliegtuig, vliegmachine, vlieger] [N 90 (1982)] III-3-1
vlierbes vlierkral: vlīērkral (Tienray) vlierbes III-4-3
vliering vliering: vliering (Tienray) Verdieping boven een zolder, onder de pannen, meestal gebruikt als opslagruimte (vliering, scheerzolder, bovenzolder, hanezolder) [N 79 (1979)] III-2-1
vlies in een vrucht vlim: Veldeke aangepast  vlim (Tienray) Het vliesje tussen vruchtvlees en pit bij een appel (blees, vlim). [N 82 (1981)] I-7
vlijns, geelbruine aarde poestaarde: #NAME?  poestèèrt (Tienray) geelbruine aarde tussen bruine grond en leem in [vlijns, vlijst] [N 81 (1980)] III-4-4
vlinder vlinder: vlinder (Tienray, ... ), vlindmus: (vroeger)  vlientmus (Tienray) vlinder [ZND 18G (1935)] || vlinder, algemeen [DC 18 (1950)] III-4-2
vlo (enk.) vlo: vloeëj (Tienray) vlo III-4-2
vloed, hoogtij hoogwater: hoeëg water (Tienray) vloed, wassen van het water van de zee en de toestand van hoog water [bovenwater, hoog tij] [N 81 (1980)] III-4-4
vloeibare ontlasting zeik: zęi̯k (Tienray) [N 76, 36; A 9, 24d] I-12