17745 |
zwak, slap |
dood:
doeëd (L245b Tienray),
slap:
slap (L245b Tienray)
|
Zwak, slap: gering van lichaamsvermogen, niet sterk (zwak, min, slap). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
32038 |
zwaluwstaartverbinding |
zwalvenstaart:
zwɛlvǝstart (L245b Tienray)
|
In het algemeen een verbinding waarbij een soort pen, uitgesneden in de vorm van een zwaluwstaart aan het einde van het ene stuk hout, wordt gevoegd in een inkeping van dezelfde vorm aan het einde van het andere stuk. Zie ook afb. 133. [N 54, 55a; A 18, 39e; monogr.]
II-12
|
33481 |
zwarte bes |
zwarte miemeren:
zwarte bessen
zwarte mie:mere (L245b Tienray)
|
I-7
|
24286 |
zwarte kraai, kraai |
kraai:
krei (L245b Tienray)
|
Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
24865 |
zwarte nachtschade |
nachtschade:
± Veldeke uit Nederl
nachtschade (L245b Tienray)
|
Zwarte nachtschade (solanum nigrum). Een 10 tot 40 cm grote, kruidachtige plant, niet windend; de stengels zijn iets behaard of kaal; de bladeren zijn iets eivormig, gaafrandig of iets bochtig getand; de bloemen groeien in schermvormige trossen, wit van k [N 92 (1982)]
III-4-3
|
26903 |
zwarte turf of zwartveen |
kluiten:
klytǝ (L245b Tienray)
|
Onder het grauwveen zit het zwartveen waaruit verschillende soorten zwarte turf gehaald worden. Deze laag kan drie meter of meer dik zijn. De planteresten zijn hierin meer vergaan dan in de grauwveenlaag. [II, 36; monogr.]
II-4
|
22397 |
zwartepieten (kaartspel) |
zwartepieten:
zwartepiete (L245b Tienray)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
33995 |
zweep |
smik:
smek (L245b Tienray)
|
Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.]
I-10
|
18105 |
zweer |
zweer:
zwèèr (L245b Tienray)
|
Zweer: huidontsteking vaak met ettervorming ten gevolge van een infectie (zweer, zwerage, zwerije). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24452 |
zwemblaas |
zwemblaas:
Veldeke (aangepast)
zwemblāōs (L245b Tienray)
|
Hoe noemt u een vliezig zakje in het lichaam van een vis bestemd om lucht te bevatten (ziel, zwam, luchtblaas) [N 83 (1981)]
III-4-2
|