e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

Gevonden: 3725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
braambes braamberen: brómbèèr (Tienray, ... ) braambes III-4-3
braambessen braamberen: brǫmbē̜rǝ (Tienray) Als aanvulling op de vraag die in het lemma Braam is behandeld werd ook geïnformeerd naar de benamingen van de vrucht van de braamstruik. [JG 1b gedeeltelijk, 1c, 2c] I-5
braamstruik braamberen: Veldeke aangepast  brómbèèr (Tienray), braamberenstruik: brómbèrestroek (Tienray, ... ) braambessenstruik || braamstruik || De doornige struik die vooral op de heide en in de duinen en langs bosranden voorkomt; de vruchten zijn eerst groen, dan rood en als ze rijp zijn zwart (braamstruik, benrik, breemhorst, breemhocht, breemdoren, breembes, braam, breem, doren). [N 82 (1981)] III-4-3
brandblaar brandblaar: brandblaor (Tienray) Een brandblaar. [DC 14 (1946)] III-1-2
brandewijn brandewijn: brandəwīn (Tienray) brandewijn III-2-3
brandhout brandhout: brānthōlt (Tienray) brandhout III-2-1
brandkast in de sacristie kluis: kluus (Tienray) De brandkast, kluis of safe, waarin de heilige vaten bewaard worden. [N 96A (1989)] III-3-3
brandslang slang: slang (Tienray) de buis van soepele stof waardoor het water van een brandspuit geleid wordt [ader, darm] [N 90 (1982)] III-3-1
brandstof stokens: stō̞kəs (Tienray) hoeveelheid brandstof die iemand bezit om te stoken III-2-1
brasem brassem: bressem (Tienray), Veldeke (aangepast)  bressem (Tienray) brasem || Hoe noemt u de brasem: een zoet- en brak watervis die voorkomt in stilstaande tot traagstromende wateren. Het lichaam is hoog en zijdelings afgeplat. De buikvinnen staan achter de borstvinnen voor de rugvin. De anaalvin is sterk ingesneden. De bovenste he [N 83 (1981)] III-4-2