24026 |
communieprentje |
prentje:
printje (L245b Tienray)
|
Een prentje ter herinnering aan de eerste en aan de Plechtige H. Communie, uitgereikt door de pastoor, communieprentje [kómmelejoe-nsbild]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20747 |
communietaart |
opzet:
op˃zat (L245b Tienray)
|
banketwerk van amandelmacron
III-2-3
|
23655 |
communiezang |
communio (lat.):
communio (L245b Tienray)
|
Het misgezang tijdens of na de communie, de communio of communiezang. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32598 |
compost |
weie(n)mest:
węi̯ǝ[mest] (L245b Tienray)
|
Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.]
I-1
|
23975 |
concubine |
wijf waar hij bij zit:
et wief wao den beei zit (L245b Tienray)
|
Een concubine, bijzit, bijwijf. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23683 |
conferentie |
conferentie (<lat.):
konferentie (L245b Tienray)
|
Een gemeenzame, geestelijke toespraak [conferentie?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23623 |
consecratie |
consecratie (<lat.):
consecratie (L245b Tienray)
|
De consecratie [wandloeng?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23646 |
consecratiekaars |
consecratiekaars:
consecratiekers (L245b Tienray)
|
De consecratiekaars. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23392 |
corpus |
lieveheer:
lievenhieer (L245b Tienray)
|
Het corpus, de Christusfiguur van een kruisbeeld. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23620 |
credo |
credo (lat.):
credo (L245b Tienray)
|
De gebeden of gezongen geloofsbelijdenis, het Credo. [N 96B (1989)]
III-3-3
|