| 22387 |
de kaarten schudden |
schudden:
schudde (L245b Tienray)
|
Speelkaarten door elkaar mengen zodat volgkaarten goed verspreid liggen [schudden, schokken, wassen, schieten, mingelen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 22388 |
de kaarten steken |
steken:
stɛkə (L245b Tienray)
|
De kaarten op een bepaalde manier schudden om vals te kunnen spelen [steken]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 23697 |
de kerkgang maken |
de kerkgang doen:
de kerkgang doen (L245b Tienray)
|
De kerkgang doen/maken. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23687 |
de kruisweg bidden |
de kruisweg afgaan:
de krusweg afgaon (L245b Tienray),
de kruisweg beden:
de krusweg beje (L245b Tienray)
|
De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 32732 |
de laatste voor ploegen |
landvreter:
lãnt˲vrę̄tǝr (L245b Tienray)
|
De laatste voor van het grote middendeel van een akker die men ploegde, kan op twee manieren worden afgewerkt. Als men een greppel wil laten ontstaan in verband met de waterafvoer (op lage gronden), dan ploegt men de laatste voor iets dieper dan de overige. Wil men daarentegen geen greppel overhouden, dan ploegt men de laatste voor ondiep uit en sleept men ze vervolgens dicht. De termen die in dit lemma onder A. zijn vermeld, werden opgegeven n.a.v. de vraag naar "de diepe middenvoor afwerken". Sommige ervan lijken ook bruikbaar voor het ploegen van de laatste voor in het algemeen. De onder B. opgenomen termen betreffen het ploegen van de laatste voor aan de zijkant(en). [N 11, 62; N 11A, 119e + 121e; div.; monogr.]
I-1
|
| 22538 |
de mei vieren |
mei vieren:
mei viere (L245b Tienray)
|
De tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 23260 |
de middag luiden |
middag luiden:
ət løjt medax (L245b Tienray)
|
Het angelus luiden rond het middaguur [het luidt......?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 23550 |
de mis dienen |
de mis dienen:
de mis diene (L245b Tienray)
|
De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23519 |
de mis doen |
de mis doen:
de mis doen (L245b Tienray)
|
De mis doen, opdragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23686 |
de missie preken |
de missie (<fr.) preken:
de missie preeke (L245b Tienray)
|
De missie preken. [N 96B (1989)]
III-3-3
|