e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

Gevonden: 3725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een aflaat verdienen aflaat verdienen: enne aflaot verdiene (Tienray) Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een april een april: ieen april (Tienray) De dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april). [N 88 (1982)] III-3-2
een askruisje halen assekruisje halen: assekrŭske hale (Tienray) Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)] III-3-3
een bevel opvolgen luisteren: lüstere (Tienray) een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)] III-3-1
een borrel drinken heffen: høͅfə (Tienray), paven: pāvə (Tienray), proeven: prūūve (Tienray), pryvə (Tienray), tutteren: tøtərə (Tienray) drinken inz. alcohol || drinken, borrelen || drinken, i.c. alcohol || jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)] || veel alcoholische dranken, speciaal jenever, drinken III-2-3
een cadeau geven cadeau (fr.) geven: kado gève (Tienray) Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)] III-3-2
een door zwangerschap gedwongen huwelijk moetje: motje (Tienray) een door zwangerschap gedwongen huwelijk III-2-2
een ei ei: ęi̯ (Tienray), tuutei: tytęi̯ (Tienray) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een geerakker ploegen geren: gī(ǝ)rǝ (Tienray) Afhankelijk van de gebruikte ploeg en de gevolgde ploegwijze kan de geer van een trapeziumvormige akker op verschillende manieren worden geploegd. Wordt de akker met een wentel- of een keerploeg bewerkt, dan kan men a) met de geer beginnen en dan - schuin tegen de geervoren aan - de lange voren ploegen, of b) met de lange voren beginnen en op de overblijvende geer korter wordende voren ploegen, waarbij tenslotte - schuin op de geervoren - nog enige lange sluitvoren worden geploegd. Op een uiteen te ploegen geerakker ploegt men vanaf de zijkanten eerst de lange voren, totdat men de in midden uitgezette geer bereikt. Daar ploegt men dan korter wordende voren, die in het midden (waar men moest keren) worden aangevuld met een aantal lange sluitvoren. Wordt die geerakker het jaar daarop bijeengeploegd, dan ploegt men in het midden eerst het daar uitgezette geerstuk bijeen; daarop laat men dan de lange voren volgen. Als een trapeziumvormige akker geploegd kan worden in voren die in dezelfde richting lopen als de evenwijdige korte en lange zijde van het stuk, hoeft men geen geer te ploegen. Voor het([...)-gedeelte van sommige varianten zie men het vorige lemma. [N 11, 64; N 11A, 126a + b + c + d; JG 1a + 1b; monogr.; A 33, 9 add.] I-1
een gelofte doen gelofte doen: gelofte doen (Tienray) Een gelofte doen, afleggen bijv. om op bedevaart te gaan [gelaove, jelobe]. [N 96D (1989)] III-3-3